Dag 23 - Zaterdag 22 november 2008 - San Cristóbal de las Casas
Terwijl ik dit zit te typen, eet ik ondertussen een mandarijntje en een andere soort sinasappel/grapefruitding. De mensen die mij goed kennen weten dat ik een klein jeugdtraumaatje heb van mandarijnen en sinasappels. Maar ik heb me over mijn ‘witte draadjes en velletjes’ fobie heen gezet en geniet nu volop van al het lekkere (en goedkope) fruit van de markt. Je bent nooit te oud om te leren.
Vandaag is onze laatste dag in Mexico, want morgen om half 8 komt het busje dat ons in één ruk naar ..en nu moet ik even spieken in mijn reisgidsje….Quetzaltenango brengt. In de volksmond ook wel Xela genoemd. Het is de tweede stad van Guatemala, ligt midden in de bergen op 2335 meter hoogte en schijnt een prettige sfeer te hebben. We gaan het meemaken.
Maar vandaag, onze laatste Mexicodag. Deze dag hebben we uitstekend besteed. Eerst met een bezoek aan het museum Na Bolom.
http://www.nabolom.org/index_en.html. Het museum is gehuisvest in het huis van de Zwitserse Trude Duby-Blom en haar Deense man Frans Blom. Beide waren onderzoekers die met name de inheemse bevolking van Chiapas hebben bestudeerd. De organisatie die zij hebben opgericht zet zich nog steeds in voor het behoud van de cultuur van de inheemse bevolking en vooral die van de Lacandon indianen. Deze stam is vooral bijzonder omdat het de enige Mayagroep is die niet zijn gezwicht voor de Spaanse onderdrukking en hun eigen identiteit en cultuur heeft weten te behouden. Je ziet hier bijvoorbeeld wel het kruis, maar die is van voor de Spaanse tijd en heeft een betekenis die van de natuur en de zon is afgeleid en niets te maken heeft met het lijden van Christus.
En dan nu naar de markt van San Cristobal. We beginnen luchtig bij het fruit en de groenten, maar belanden al snel tussen meters hoge gedroogde vissen, kippenhoofdjes, kippenvoetjes, gefrituurd varkensvet en schapenkoppen. Jammie. Maar het meest interessante zijn de mensen zelf. Met de lange vlechten, de kleurrijke en mooi geborduurde kleding maken zij het geheel helemaal af. Dat Edwin overal moet bukken vinden ze allemaal erg lachwekkend. We snoepen van een gegrilde maïskolf, eten zoet cakebrood en kopen heerlijk sappig fruit. Onze lunch bestaat verder uit avocado’s en bananen. We kunnen er weer even tegen.
Als laatste gaan we naar een klein museum dat gaat over de Maya’s en hun medicijnen. Zie
http://www.medicinamaya.org/frameset%20english.html. Het is opgezet als een mini openluchtmuseum en we leren dat cactus helpt bij diabetes, dat Mayavrouwen zittend op hun knieën bevallen met behulp van een genezeres/vroedvrouw en dat de kleuren van de kaarsen die mensen branden in de kerk allemaal een eigen betekenis hebbe
n. Rood is bijvoorbeeld voor het afwentelen van ongeluk. Uitermate leuk en boeiend museum.
En dan de klapper van vandaag. Onderweg naar ‘huis’ komen we in een straat met alleen maar herenkappers. Edwin’s baard is na drie weken wat wij noemen ‘zuurkool’, dus een frisse scheerbeurt kan geen kwaad. Met handen en voeten leggen we uit dat standje 6 van tondeuse wel de juiste is. Met de precisie van een hartchirurg gaat het ventje te werk, mét standje 3 ;-). Mensen die voorbij lopen moeten lachen om zo’n blonde, harige man in de kappersstoel, maar de kapper laat zich niet afleiden. Edwin’s gezicht voelt na 20 minuten weer als babybilletjes en we zijn 30 pesos armer (zo’n 2 euro). Goeie deal. Alleen dus de kop, de staart blijft nog even....
2 opmerkingen:
Standje 3... dat is ook al een blote billenbekkie.
Ik stel voor om naar standje 0 te gaan op het bolletje!
Dat is lekker verkoelend en een beetje boeddhist heeft geen lange blonde staart ;-).
Gegroet vrinden!
Gert-Jan
hahaha sluit me aan bij Gert Jan... heb t idee dat Ed zonder staart thuiskomt... als we m nog maar herkennen dan met die kale bruine kop ;-)
Een reactie posten