De "Sacred Valley" staat vandaag op de agenda. Een dagtrip rondom Cusco die we ons hebben laten aanprijzen door 'De Hamster'; een wat oudere touragent die zulke dikke wangen heeft dat we hem deze eervolle bijnaam hebben gegeven. De hamster staat 's ochtends vroeg netjes bij het hotel om ons de juiste bus in te loodsen. De bus is uiteraard weer te laat en wordt ook nog eens opgehouden door een agent die de dag denkt goed te beginnen door wat toeristen te irriteren. Maar goed, we zijn uiteindelijk de stad uit en worden al snel getroffen door de pracht van de Andes. De prachtige heuvels liggen mysterieus verborgen in de ochtendnevel. Onze gids Julio verteld over de lokale bevolking, hoe ze eten verbouwen, wat ze eten en waarom Amerika lekker wordt tegengewerkt bij hun politiek om de coca plant te verbieden in heel Zuid Amerika.
Voor het eerst op onze reis kopen we souvenirtjes bij wat oude vrouwtjes langs de weg. Enkele fluitjes die Arie en Joke mee kunnen nemen zodat we ze niet mee hoeven sjouwen. Vervolgens bezoeken we ook nog eens een artisan markt met nóg meer 'troep' en wordt er door de groep gretig ingeslagen. Oorbellen, sjaaltjes, fluitjes en truien. Na 10 minuten hamsteren vertrekt de bus naar het volgende hoogtepunt van de Heilige Vallei. We worden nog even getrakteerd op een aangename verrassing, want De Hamster was even vergeten te vermelden dat we ook nog een ticket moesten kopen voor sommige plekken langs de route. Hierdoor verdubbelde de prijs van de hele trip, helaas hadden we het geld ook bij ons ;-)
Het moet gezegd worden, het was de diepte-investering meer dan waard. Pisac is een gerestaureerde Inca stad en zoals met alles wat je voor het eerst ziet, onze mond viel open van dit bouwwerk. De Inca's waren geen domme jongens en bouwden terrassen van wel 5 meter hoog om daarop hun groenten en fruit te verbouwen. Omdat er geen bossen waren toendertijd werd alles, zoals huizen, met steen gemaakt. Uiteraard formaatje 'niet te tillen'. En steen die als fundering diende kon wel 1200 kg wegen en was meestal een paar kilometer verplaatst voordat hij zijn rustplaats had gevonden.
Onze maagjes knorden ondertussen aardig van al ónze inspanningen en na een ritje van een uur konden we aanvallen op het buffet. We waren de enige vier gasten in een restaurant wat plaats had voor ruim 80 mensen. Het geheel werd gelukkig opgefleurd door twee muzikanten die bij elkaar vier noten zuiver speelden en van de rest een kakofonie maakten die leek op de doodstrijd van twee papagaaien. Arie was dusdanig van slag van deze muziek dat hij een stuk decoratieve broodjes aanzag voor een heerlijk aanvulling op zijn soep. Gelukkig wist de serveerster Arie tegen te houden voordat hij daadwerkelijk de nepkoek in zijn soep doopte. Een buffet betekent weer veel te veel eten en dus zaten we uitgekakt in de bus op weg naar het volgende.
Het op 2800 meter hoogte gelegen Ollantaytambo geeft een goed beeld van hoe de Inca's hun steden bouwden. Alle huizen in de vallei zijn gebouwd op de fundering van de vroegere huizen en maken nog steeds gebruik van de afwatering en riolering zoals die door de Inca's is aangelegd. We klimmen de steile terrassen op en zien ook hier weer de enorme rotsblokken die allemaal bewerkt zijn totdat ze perfect op elkaar passen. Echt een ongelooflijke klus. Deze stad diende vooral als handelspoort voor de steden Macchu Picchu en Cuzco en op de heuvels zijn nog de vele overblijfselen zichtbaar van de voorraadkamers.
Na dit fascinerende bouwwerk gaan we nog een dorpje bezoeken waar ze laten zien hoe ze de wol bewerken. Ze gebruiken allerlei verschillende natuurproducten om de wol te kleuren. Bloemen, wortels en verschillende bladeren of insecten worden gebruikt om de juiste kleur te maken en afhankelijk van de duur van het intrekken in de wol wordt de diepte van de kleur bepaald. Weer wat wijzer geworden!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten