zaterdag 13 december 2008

We love Nicaragua!

Dag 42, 43 en 44 - 11 - 13 december 2008 - León, Nicaragua

Die busreis 12 uur van San Pedro Sula naar Nicaragua was weer een kwestie van uitzitten. Lucky us hadden we elk twee plekken, omdat de bus niet vol was. En dat scheelt een hoop als je allebei lange benen hebt! De grensovergang van Honduras naar Nicaragua ging ook weer verbazend soepel. De bijrijder van de chauffeur verzamelde alle paspoorten en het geld (wij ieder 11 dollar, de locale bevolking 2). Ik vermoed dat een deel van het geld dat wij betaalden in zijn broekzakje is blijven zitten….En voor we het weten is alles geregeld, zonder dat de douanemannetjes ons hebben gezien. Helaas alweer geen stempel er bij :-(

Bij de grens worden we opgewacht door een kudde hitsige mannetjes die geld willen wisselen. Cambio! Cambio! We moeten ons nu én een weg langs deze sjakies banen én de zinderende hitte bedwingen. Ons Hondurese geld hebben we praktisch opgemaakt en we zitten daarom helemaal niet te wachten op al dat gespring. We kopen een paar bananen en zijn nu echt lempira (munt uit Honduras) vrij.

Wij zijn naaibaar

Ons einddoel van vandaag is Managua, de hoofdstad van Nicaragua. Het ligt aan een meer en is een mooie uitvalsbasis voor boottochtjes. Maar dan ineens heb ik een helder moment (en dat voor iemand die om 03.25 uur is opgestaan).. “Zou het niet mogelijk zijn er al bij Léon uit te stappen?” Edwin denkt van niet, dat zou betekenen dat deze bus wel heel erg met een omweg naar Managua rijdt. Maar Edwin heeft lekker pech, want we stoppen wel degelijk in Léon. Ideaal, want hier wilden we sowieso naar toe en we zitten ondertussen al 11 uur in de bus en de rek is er aardig uit. We laten ons flink naaien door een taxichauffeur die misbruik maakt van onze vermoeidheid en maar liefst 100 cordobás rekent voor de taxirit naar het hostal. Slechts 4 euro rekent hij, maar echt veel te veel. Het had niet meer dan 50 cent mogen kosten. Ik zou zweren dat hij het had over 20 cordobas toen we instapten maar het lijkt wel of ze in Nicaragua ook meer binnensmonds praten of met een dialect of accent. Voor het eerst heb ik echt moeite de mensen te verstaan, dat verklaart waarschijnlijk ook waarom wij vandaag naaibaar waren.

Mexicaans San Cristobal de las Casas krijgt concurrentie

Nicaragua was een land wat voor ons een beetje een raar smaakje had. De naam van het land klinkt niet echt heel vriendelijk en thuis in Nederland dachten we er zelfs over om er misschien maar in één keer door heen te rijden. Dom van ons, want we hebben zwaar ongelijk! Sterker nog, we hebben er weer een plekje bij op onze Lijst (je weet wel, de lijst van potentiële plekjes op aarde waar we oud zouden kunnen worden). Ondanks de oplichting van de taxichauffeur is het in León heel goed toeven. De inwoners zijn vriendelijk, iedereen loopt gewoon 's avonds op straat. Mensen zetten hun schommelstoelen in de deuropening van hun gezellige koloniale huizen en genieten van de koelte. Een ontspannen sfeertje.

In totaal blijven we drie nachten in León (we slapen bij http://www.lazybonesleon.com/). Eén dag hangen we bij het zwembad en bekijken we het stadje. En prompt maken we een processie mee voor de heilige maagd Maria. Een kleurrijk spektakel. 's Avonds zijn we in een kroeg getuigen van het optreden van de geweldige band Amalgama (http://www.grupoamalgama.blogspot.com/). Swingende en opzwepende muziek die de lokale bevolking uit volle borst meezingt. De tweede dag gaan we met de kippenbus voor 0,90 cent naar het strand, naar Las Peñitas, 20 kilometer verderop. Ik ben gek op zwemmen in de golven, maar dit is echt too much. Enorme muren van water komen hier op je af en ook al sta je kniediep; je wordt zo omver getrokken door de onderstroming. Als ik iets verder ga, slokt een golf me op en smijt me zonder genade tegen de bodem aan. Auw! Maar wel gaaf hoor! Het water is lekker warm en het strand leeg (op twee andere Nederlanders na en wat Amerikanen).

Vlees noch vis

Een testje voor ons boeddhistje:-) Edwin wordt niet snel boos, maar als we bij een strandtentje 1,5 uur op ons eten moeten wachten en hij wordt dan afgescheept met een vissenkop waar geen grammetje vlees aan zit, dan gaat dat zelfs hem te ver. Hij stuurt het met een oververhit gezicht regelrecht terug en weigert te betalen voor dat kattenvoer. Hij lijkt opeens zelfs wat Spaanse scheldwoorden eigen gemaakt te hebben. Ik deel mijn schamele visje (het lijf, eigenlijk de rest van de vis) met hem en al grommend en mopperend eet hij het op. Verder hebben we niets te klagen over Léon e.o. Tot nu toe bevalt Nicaragua ons goed. Morgen gaan we naar Granada, een andere koloniaal stadje dat ligt aan het grootste meer van Centraal Amerika, Lago de Nicaragua, ook bekend als Lago Cocibolca.

Geen opmerkingen: