zaterdag 6 juni 2009

Biertje in Lesotho, ladderklimmen in Drakensberg

Dag 217 t/m 220, 3 tm 6 juni 2009, Drakensberg (Zuid Afrika) en Lesotho

Allereerst geven wij hele warme felicitatiekussen aan Gertjan en Yoka die op 3 juni zijn getrouwd. En geweldig dat we ze nog hebben kunnen bellen.

Moesten we in Centraal- en Zuid Amerika altijd zelf op zoek naar busstations, buskaartjes en zelf vervoer regelen naar een busstation toe, in Zuid Afrika pakken we het anders aan. Gemak dient de mens en we hebben een 'loop' ticket geboekt met de BAZbus, een hop on-hop off busdienst die van hostel naar hostel rijdt. Het rondje wat wij maken start in Johannesburg en na drie weken sluiten we de cirkel weer in deze stad. Echt ideaal voor backpackertjes zoals wij, want een andere manier van reizen is met een gehuurde auto en dat is een stuk duurder.

Vandaag doen we het eerste deel van ons rondje oostelijk Zuid Afrika. We laten ons na vier uur rijden afzetten bij Amphitheatre Backpackers Lodge in noordelijk Drakensberg. Deze bergketen is de grootste van het land en heeft pieken van meer dan 3000 meter. Vanuit ons hostel hebben we mooi uitzicht. Hoog in die bergen, achter de pieken ligt het land Lesotho, ook wel een koninkrijk in de hemel genoemd. Het is volledig ontsloten door bergen en – en dit wist ik niet- het is het hoogste land ter wereld met zelfs het hoogste laagste punt van 1100 meter. Ja, denk daar maar eens over na. Het land is behoorlijk geïsoleerd en daardoor kun je hier echt nog het inheemse leven meemaken. Wij maken een dagtocht er naar toe. We moeten wel eerst warme kleding aantrekken en zonnebrand opsmeren. Bij de grens en paspoortcontrole staan we lang in de rij en waaien we uit ons hemd. Hoe hoger we komen hoe kouder en harder de wind. Het is ook wel een beetje een raar gezicht om in Afrika zwarte mensen te zien met mutsen op en dikke kleding aan. Een kenmerk van de Lesothos is dat ze dekens dragen als kleding, nog een overblijfsel uit de tijd dat de Engelsen hier de macht probeerden te krijgen en de bevolking paaiden met dekens. Lesotho is het derde armste land ter wereld en we worden dan ook vriendelijk verzocht een bijdrage te leveren aan de bouw van een school in het dorpje. De kinderen zijn erg schattig en spreken ook een beetje Engels. Voor onze lunch lopen we een heel stuk de berg op zodat we een grootst uitzicht hebben op de vallei onder ons met de typische ronde kleihutjes. Op de rotswand achter ons zijn nog prehistorische rotstekeningen te vinden die de 'San' – de oorspronkelijke bevolking – daar ooit hebben gemaakt (voordat dat ze allemaal zijn uitgemoord door de blanken).

Onze gids Zea is geweldig, ze zit vol humor en vertelt heel veel over de gebruiken van de Lesothomensen. Hier is het gebruikelijk om als jongen een pijnlijk piemelritueel te ondergaan om een man te worden – met bamboe worden ze besneden. Vrouwen hoeven niets engs te ondergaan en hebben zelfs het recht om zelf een man uit te zoeken. Na de lunch is het tijd voor een borrel, toch? Daar waar een witte vlag wappert op een hutje is bier te krijgen. Hoewel het pas twee uur is staan al heel wat dorpelingen te tollen op hun benen. Er wordt gedanst en vooral hard geschreeuwd naar elkaar. We mogen proeven van het zelf gebrouwen bier. Het is zuur met brokjes en troebelig. De plastic bak gaat helemaal rond. Mmmm. De mensen zijn heel erg aardig, willen steeds gefotografeerd worden en liggen helemaal in een deuk als ze vervolgens zichzelf terug zien op het fototoestel. Hilarisch vinden ze het! Na de borrel gaan we naar het huis van een medicijnvrouw. Zij bezit krachten om mensen te genezen, krachten die zij doorkrijgt via haar voorouders. We mogen haar bestoken met vragen. Zo wil ik weten of ze blij is met haar werk. Ze vertelt dat ze eerst erg ongelukkig was dat ze de gave heeft, ze voelde zich anders dan anderen. Maar haar voorouders vertelden haar dat ze dit moet doen en nu vindt ze fijn dat ze mensen kan helpen.

We krijgen later bij een ander hutje spinazieprutje met maiskoek, wat eigenlijk erg goed smaakt. Daarna is het opschieten geblazen, want de grenspost sluit om vier uur. Onderweg terug naar de grens helpen we nog een oude man om een enorme baal op zijn ezel te hijsen. We moeten ook nog een stuk omhoog lopen omdat het busje de steile heling niet haalt met ons er in. Als we eenmaal over de hoogste punt zijn bij de grens, is het alleen nog maar downhill terug naar het hostel.

De volgende dag staan we weer vroeg om om een hike te doen door de Drakenbergen naar het Amphitheater. Dat is een enorme rotswand. De hike is relatief makkelijk omdat we zigzaggend omhoog gaan. Wel hebben we wat last van de hoogte, we zitten nu op 3050 meter. Het laatste stuk omhoog moeten we ruim een half uur klauteren over rotsblokken. Soms denderen er wat losse stenen naar beneden. Hijgend komen we boven aan. Pffieuw. Het uitzicht is overweldigend. En we hebben geluk, want het is geheel wolkeloos en we kunnen heeel ver kijken. Dit is ook de plek waar de tweede hoogste waterval van de wereld begint, maar omdat het nu het droge seizoen is, is het niet meer dan een pisstraaltje. Als we allemaal tegelijk hier nu ons plasje doen, lijkt het misschien nog wat! We staan nu op de top van een tafelberg, dus het is bovenop geheel vlak. Als je niet beter zou weten, zou je denken dat je gewoon laag bent. Helaas betekent ergens bovenop zijn, dat je ook naar beneden moet en dat gaat via een ijzeren touwladder.

Een loshangende ladder die echt loodrecht langs de rotswand naar beneden bungelt. Ik vind het eng. Sinds dat paniekmoment op die ladder in die kathedraal in Quito ben ik erg huiverig geworden voor loodrechte ijzeren trapjes. Komt ook omdat ik zo onhandig ben (hoe vaak ik wel niet mijn teen stoot bijvoorbeeld) en altijd bang ben dat ik wegglijd. Maar ik begin er maar gewoon aan, jammer dat ik al na een kwart in paniek raak en jankend en trillend naar beneden kom. En het ergste is nog dat dit de korte ladder was, de volgende is vier keer zo lang. Ik wil niet en durf niet, maar heb geen keus. Zea is mijn redder, want zij gaat voor mij en zegt dat je me opvangt als ik uitglij. Hoewel ik het niet helemaal geloof, zit er niets anders op dan maar te gaan. Stapje voor stapje, met mijn ogen dicht, trillende handjes en bibberende knietjes kom ik beneden aan. Iedereen klapt voor me en de meeste geven toe dat ze het ook bijna in hun broek hebben gedaan van angst. De rest van de hike ben ik duizelig, maar gelukkig is het nog maar twee uur lang lopen over bergpaadjes met het ravijn slechts 30 centimeter van het paadje af. Tss, waar hebben we het over, peanuts vergeleken bij die K#Tladder. Maar ik geef toe, het was een mooie tocht en een prachtige omgeving.

2 opmerkingen:

Janneke zei

Maar je hebt het wel mooi geflikt!
En dat kan niemand je meer afnemen, zo moet je maar denken!

Succes met de rest van de bergjes!

Ontwikkelwijzer zei

Ha! Hebben jullie de foto's van ons trouwen nog ontvangen?

Nog een paar dagen en dan naar DMBAND... ik zal wat opnemen met mijn mobiel...