dinsdag 21 juli 2009

'Dagje Elysium' in Lambir Hills

Dag 262 tm 265, 18 tm 21 juli, Miri en Lambir Hills

Het is weer een busritje van niets; slechts drie uurtjes, aircootje erbij en gewoon wat om je heen kijken als je Brunei verlaat. De grensovergang gaat ook moeiteloos. Vandaag staat Miri op de agenda, een weinigzeggende stad op het zuidelijke deel van Maleisisch Borneo, Sarawak, waar vooral de omgeving van belang is. Want rondom Miri vind je verschillende nationale parken die de moeite waard zijn te bezoeken. Onze intentie was om naar Mulu NP te vliegen vanuit Miri, maar de prijzen zijn al wel erg verwesterd. Ander keertje dus ;-) We besluiten een dagje in Miri te blijven, maar echt heel spannend is het allemaal niet. Meest schokkende is nog wel het restaurant waar ze een aquarium hebben met grote groene levende kikkers. We vragen of dat is voor de kikkerbilletjes, maar de serveerster zegt dat ze gewoon in het geheel worden opgediend - sambal bij? Wij nemen wel een visje.

Tijd om de stad te verlaten en naar Lambir Hills National Park te gaan. Eigenlijk veel interessanter dan Mulu, want dit is het enige stuk oerwoud ter wereld waar zo'n grote verscheidenheid is aan flora en fauna. Een giftig slangetje hier en daar, maar het zijn vooral de enorme woudreuzen die de aandacht trekken van een permanent gevestigd onderzoekscentrum in het park. Dan moet het wel tof zijn toch? We krijgen een prachtige éigen chalet aangewezen, zonder airco (!) waar we lekker in kunnen vertoeven. De eerste dag lopen we door de dichte jungle naar een waterval van 25 meter. Mooi plekje om even af te koelen. Het water is echt heel koud! 's Avonds krijgen we een klein bordje rijst met twee verdwaalde erwten. Veel keus is er niet en al helemaal geen koud biertje, dus gaan we maar vroeg naar bed. Want? De volgende dag zullen we wel eens écht het oerwoud gaan 'ontdekken'. Tarzan en Jane eat your heart out!

Tering wat heet! We hadden het kunnen weten natuurlijk, Lambir HILLS. Niet Lambir Vlak dus. Stel je een sauna voor die heel groot is, waar je lekker rond kunt huppelen en heuvels op kunt klimmen, omdat je zo nodig uitzicht over het oerwoud wilt hebben. En dan natuurlijk wel met de kleertjes aan. Want bloot daar houden ze in Maleisië niet zo van. Elysium is er niets bij! We zweten ons echt een ongeluk, kledder en kleddernat zijn we. Maar het is wel echt waanzinnig om hier zo rond te lopen. Enorme bomen, varens, dikke mieren, kleine slangen, apengeluiden, gestjilp en gekwetter en vooral veel exotisch groen waar je bij de Intratuin maximaal voor in de portemonnee mag.

Na vier lange, warme, kleffe, klotsende uren zijn we weer terug bij de Park Headquarters en word ik toch wel met een glimlach aangestaard als ik twee koude blikjes met sportdrank ga halen bij de kantine. De kantinedame vraagt me in gebrekkig Engels of we het bos in geweest zijn. “Nee hoor, ik zweet van mezelf nogal!”, mompel ik. De rest van de dag zitten we echt voor apegapen voor onze (zweet)hut. Het hiken zijn we niet meer gewend, maar vooral niet bij deze temperaturen..pffffffff

Tot slot vermelden we maar eens wat het nu kost om al dit avontuur te beleven. Ons chalet kost ons maar liefst een tientje per nacht, eten gemiddeld 1 euro per maaltijd en als je een drankje wilt leg je al snel 40 cent neer. Het hakt erin!

1 opmerking:

Claudia zei

Hey wereldreizigers,

Het is weer leuk om wat van jullie te lezen en al helemaal hoe jullie schrijven, ik zie het helemaal voor me, vooral hoe Ed dan twee blikjes sportdrank gaa thalen, hahaha.

Ik ga nog even fijn werken of misschien toch even slapen (misschien kan het zowaar ene keertje), en dan spreek ik julli snel weer.

Liefs Claudia