donderdag 24 december 2009

Intens Inle Lake

Dag 416 tm 421, 19 tm 24 december 2009, Inle Lake

Zes dagen bij een meer? Nou, dat moet dan wel een heel bijzonder meer zijn! En dat is het ook. Zelden hebben we zo'n interessante plas met water gezien. Inle Lake is een wereld op zich. Een wereld die je niet mag missen als je in Birma bent.



Het meer van Inle kent geen duidelijke definitie. Het is dan weer een moeras, dan een wetland, dan weer stukken droog land. Het meer wordt omgeven door bergen. Er zijn kanalen, rivieren, dorpen, tempels, kloosters en drijvende groentevelden. Vissers die met hun benen roeien, lokale markten op het water en op ouderwetse wijze wordt ijzer gesmeden en karrenwielen gemaakt. En dat bevindt zich allemaal op en rond dit meer. De enige manier om dit alles te bekijken is dan ook per boot.



Onze billen doen nog zeer van de twee dagen in de bus, dus de eerste dag doen we even helemaal niets anders dan het dorpje verkennen. Nyaungshwe zou dan toeristisch zijn, maar het aantal toeristen lijkt er zichtbaar niet meer dan 20 te zijn. Als we langs het kanaal lopen spreekt een man ons aan. Hij heeft een boot, spreekt goed Engels en stelt een leuke boottocht voor voor de volgende dag. Geregeld, met hem gaan we voor 12 euro de hele dag varen, geen geld toch!



Het is nog best koud als we 's ochtends in de boot zitten. Best koud? Behoorlijk koud zelfs. Hier in de bergen koelt het enorm af 's nachts. Het verschil tussen dag en nacht is ruim 20 graden. Tuurlijk, in Nederland is het echt koud :-), maar het temperatuurverschil is niet zo groot en hier is geen centrale verwarming. Hier moet je het doen met handschoenen; die we niet bij ons hebben, mutsen; tja, ook niet. In de boot plaatsen we de paraplu voor ons zodat dit de koude wind een beetje weg houdt. We moeten een heel stuk varen vandaag om een lokale markt te bezoeken. We weten niet wat we kunnen verwachten en wat we zien is buiten alle verwachtingen die je kunt hebben.



Overal liggen bootjes aangemeerd en staan de ossenkarren klaar om de gekochte goederen in de boot te laden. We klauteren door de bagger richting vaster land en komen aan op de markt. En we zijn ongeveer 100 jaar terug in de tijd. Een messenmaker die op kooltjes het ijzer smeedt. Manden vol met paddestoelen, tomaten, bonen. Schalen met tofu. Een kraam die rieten matten verkoopt. Manden van bamboe. Het is een stoffige bende, zeker als er weer een ossenkar langs trekt. Er zijn ook teashops, piepkleine restaurantjes, stalletjes met beetlenut en een kapper. Maar het leukste zijn zoals altijd de mensen, die naar ons lachen en ons uitlachen als we moeten bukken om onder de plastic zeilen van de kramen door te lopen.



Na de markt varen we langs de dorpjes IN het meer. De huizen staan op palen, soms op een stukje droog gemaakt land, maar meestal is over het water de enige manier om van het ene hutje naar het volgende huis te komen. Vrouwen doen de was op een vlonder en mensen gebruiken het water voor hun deur als badkamer. Het is een drukte van belang op het water met kano's die spullen en mensen vervoeren. We kijken onze ogen uit, want het is soms net een openluchtmuseum. Eén dorp is gespecialiseerd in pottenbakken. Op een schijf die ze met één hand draait, maakt de vrouw dekseltjes en potjes. In een grote bakoven in de grond verhardt de klei.



Een ander dorp is bekend om de handweverijen. Het garen komt uit de stam van de lotusbloem; ragfijn draad dat zorgvuldig tot prachtige ontwerpen wordt geweven. Een strijkbout op kooltjes verwijdert kreukels. En dan zijn we bij een plek waar de cherootsigaren gedraaid worden. Tabak met een mengels van honing, banaan, anijs, gember en limoen. De productie is 500 per dag per werkneemster. Eén sigaar kost 20 kyat, dus 0,015 eurocent. Een stukje verder varen zien we rijstkroepoek drogen in de zon, tientallen grote witte schijven hangen aan touwtjes boven het water. Op het water zijn drijvende tuinbouwgebieden, waar je met een kleine kano doorheen gaat om de oogst binnen te halen.





Al deze 'ambachten' worden niet getoond, omdat het iets nostalgisch is van vroeger, maar omdat dit gewoon het leven is anno 2009. Duizenden mensen leven in dit gebied, onder primitieve omstandigheden, maar in een prachtige omgeving. Een paar kloosters en tempels (juist, ...op het water) bieden de mensen de gelegenheid te bidden voor een beter leven na de dood. Het zijn niet alleen de jongens die het klooster in gaan. We zijn op het water getuige als een boot komt aangevaren met daarin een familie die hun jonge dochter naar de tempel brengt voor de ordinatie tot non. Een unieke gebeurtenis en we hebben weer geluk dat we het zien! En ja, bij deze meiden moet ook gewoon het haar eraf. Dat verklaart ook wel dat veel jonge meisjes nog niet het super lange haar – 1 tot soms wel 1,5 meter – hebben wat je bij de oudere generaties ziet.



Als je denkt dat je het wel gezien hebt.. mooi niet! We bezoeken nog een klooster waar de monikken de katten kunstjes hebben geleerd en zien een zilversmid prachtige zilveren visjes maken. We weerstaan de laatste verkooptrucjes en sluiten af bij een winkel waar Padau vrouwen zijn. Misschien gaat bij de naam van de stam geen belletje rinkelen maar de naam Long Necks zegt wellicht meer. Deze vrouwen doen bronzen ringen om hun nek om daarmee hun schouders naar beneden te drukken. Dit is eigenlijk een oude traditie om de vrouwen onaantrekkelijk te maken voor vijandige stammen. Nu wordt het gebruikt als toeristenatractie en de omstandigheden waaronder deze vrouwen leven zijn gelijk aan slavernij. We werden er eigenlijk een beetje onpasselijk van en zijn snel weer door gevaren. Sorry, geen foto's dus, we willen juist niet dat dit in stand wordt gehouden!



Na een mooie zonsondergang keren we terug naar ons Teakwood Hotel en nemen een warme douche, want het is ondertussen al weer flink afgekoeld. We hebben de smaak wel te pakken en spreken met onze bootman af dat we over twee dagen weer het meer op willen, dan om nog andere mooie plekjes te ontdekken.



Vandaag gaan we even lekker de benen strekken. We wandelen het dorp uit naar een oud teakhouten klooster. We zijn duidelijk niet de enige toeristen, want er lopen meer amateur fotografen dan monniken. Beetje jammer en we besluiten maar weer terug te wandelen en de meer afgelegen stukken van het dorpje te bezoeken. Ondertussen worden we links en rechts ingehaald door taxibusjes afgeladen met goederen en locals. Hoe beklemd ze ook zitten op, in of achter de taxi, er is altijd wel plaats om te zwaaien en 'Hello, Hello, where you going' te schreeuwen.



In het dorpje zien we weer prachtige plaatjes. Kinderen die ons tegemoet rennen en om aandacht schreeuwen. Nonnetjes die hun bedelronde doen en uiteraard de immense hoeveelheid pagode's. Het meer en zijn omgeving is één groot fotogenieke leefomgeving waar het gewoon heerlijk is om rond te wandelen en mensen te kijken.



We zitten met een dilemma vandaag; bedenken hoe we van hier naar Yangon teruggaan. We hebben gelukkig niet veel opties. Optie 1 is met het vliegtuig, kosten 170 euro en duur slechts een uurtje of optie 2, met de bus, met 15 euro heel veel goedkoper maar wel 16 tot 20 uur in een bus met airconditioning die de reputatie heeft op standje vrieskist te staan. We komen er maar niet uit totdat we een mooie ingeving krijgen. Het is immers bijna Kerstmis! We kopen gewoon vier (!!) buskaartjes zodat we in ieder geval allebei genoeg ruimte hebben om te zitten met onze lange stelten en doneren het verschil tussen de bus en het vliegtuig bij een lokaal weeshuis. We zijn het er snel over eens dat dit de oplossing is die ons het meest bevredigt. Nadat we de buskaartjes hebben geregeld stappen we op de fiets en rijden 10 kilometer het dorpje uit naar het weeshuis.



Het dorpje waar het weeshuis is ligt deels op het land en deels in het water. Via een 500 meter lange houten brug loop je naar een vlonder waar je verder kunt met de kleine bootjes. We kletsen daar wat met de kinderen die net aan komen lopen uit school. Eén voor één worden ze opgehaald door familie en peddelen ze richting hun huisje.



We moeten nu nog opschieten, want we willen voor het donker terug zijn en we moeten het weeshuis (girls orpanage in Inle Lake) nog bezoeken. Vijf minuten fietsen en we zien de school en leefruimte van het weeshuis. Als we worden uitgenodigd in het kantoor van de schooljuf zien we al weer iets herkenbaars. Ja hoor, ook hier zijn weer Hollanders geweest. Het weeshuis is gefinancierd met Nederlandse middelen en er hangen overal foto's van donateurs.

Voordat we er aan toekomen om onze donatie te doen worden we uitgenodigd in de klas. In totaal wonen hier 58 jonge meiden in de leeftijd tussen 6 en 18 jaar. Ze krijgen les zoals op alle scholen, maar ook leren ze vaardigheden zodat ze op eigen benen kunnen staan. Sommige leren weven, andere krijgen computerles en de slimme meiden worden klaargestoomd voor de universiteit. De hele groep zingt de longen uit het lijf bij de kerstliedjes. Tussendoor stellen ze ons vragen en introduceren een paar meiden zich. En dan wordt vriendelijk gevraagd of wij ook willen zingen. Geen probleem, samen zingen we twee liedjes uit het Leave repertoire wat met een daverend applaus wordt ontvangen. Als ze ons vragen of we ook iets van Westlife kennen haken we af. Dan doen zij nog één liedje van Westlife, ach, ze hadden niet kunnen weten dat het eigenlijk van Abba is.



Keihard fietsen we weer terug naar het dorp, want het lukte ons maar niet weg te komen bij het weeshuis. Het is ondertussen al weer lekker afgekoeld en het is een race tussen ons en de muggen die bij zonsondergang weer op komen draven.



De laatste dag alweer bij het prachtige Inle lake. Wat zouden we hier lang kunnen blijven. We gaan nog een laatste rit met de boot maken en bezoeken een grotere markt en een gebied met duizenden oude pagoda's. Ook maken we een feestje van een klooster mee, waarbij aan monniken eten wordt uitgedeeld.

Morgen gaan we met de bus naar Yangon en dan vliegen we naar Bangkok. Eerste wat we doen is op Tweede Kerstdag Jeroen opzoeken in het ziekenhuis (Ja, daar ligt hij nog steeds). En we beloven dat we als een gek ALLE foto's zullen uploaden voordat we naar Indonesië vliegen om Arie en Joke te zien. Want zij zijn ondertussen ook al weer twee maanden door Azië aan het backpacken en met hun en zus Larissa en vriend Martijn gaan we hun 40-jarig huwelijk vieren. We kijken er erg naar uit!

Maar vlak voordat we Inle lake verlaten, nemen we op 24 december in plaats van een kerstdiner een kerstlunch. Buiten, als we teruglopen naar het hotel om onze tas te halen, rent er vanuit een gammel hutje een jongetje van een jaar op zes op me af. In zijn handje heeft 'ie wat bloemen die hij me met een grote lach in mijn handen drukt. “Bye Bye”, roept hij. Dit is een prachtig einde van ons verblijf hier én een mooi kerstkadootje!

1 opmerking:

Floor zei

Lieve Mascha en Edwin,
Wauw, wat een verhalen zeg! Volgens mij maakt Birma ontzettend veel indruk op jullie! De foto's zijn prachtig, kan ik even genieten terwijl ik hier met een dekentje op de bank zit met een kat op schoot!
Liefs, Floor