vrijdag 4 december 2009

Lieve ontmoetingen in Pyay

Dag 400 en 401, 3 en 4 december 2009, Pyay

Het is veel te laat geworden gisteravond. In het restaurant van het hotel zagen we rummikub op tafel staan. Wat? Dat kan maar één ding betekenen, een landgenoot. We raken met haar aan de praat en ik doe een spelletje rummiknuppel mee. Ze vertelt enthousiast over haar ervaringen in Birma – onder het genot van échte pepernoten!! Ondertussen was het al 23:00 en vijf uurtjes later zou de wekker al weer gaan. Vroeg er uit dus, want we willen de eerste bus naar Pyay hebben. De meeste toeristen in Birma (en dat zijn er niet zo veel), nemen direct vanaf Yangon de bus naar Bangan (12-14 uur). Wij doen het in kleine stapjes en  hopen zo het echte leven meer te ontdekken

We eten snel ons ontbijtje op, zeggen de superlieve mensen van het Motherland Inn 2 gedag en regelen een halfgare taxi die ons in een half uur naar het busstation rijdt. Dat hij daarbij honden en slaperige inwoners van Yangon bijna omver rijdt, ach... Daar aangekomen worden we netjes onze stoelen in gedirigeerd en kan de bustocht beginnen. Genoeg beenruimte deze keer, maar het is meer de breedte van de zitting die voor de nodige zweetdruppeltjes zorgen. Onze vier dikke billen en benen passen maar net op de smalle zitting. Het is één lange, rechte weg langs kleine akkers en door primitieve kleine dorpjes. Huisjes zijn eigenlijk niet meer dan bamboohutjes met een dak van bladeren. Onderweg stoppen we nog ergens om wat te eten en zonder al te veel kleerscheuren komen we netjes op tijd aan in Pyay.

Bij het busstation staat een klein legertje tri-shaw (fietstaxi's) rijders te wachten. De grote verrassing  voor ons is dat ze niet voor de toeristen komen. Wij zijn de enige toeristen in de bus en ze kijken verbaasd op dat er blanke mensen uitstappen. Eerlijk gezegd weten ze gewoon niet wat ze met ons aanmoeten. Een oud mannetje die drie woorden Engels spreekt maakt hier handig gebruik van en met hem regelen we dat hij en zijn zoon ons naar het hotel fietsen. Voor een dollar per persoon trappen ze zich de benen uit het lijf. Het is bijna zielig voor ze, maar ook voor ons, want ook hier zijn de zittingen weer veel te klein en zitten we klem tussen de ijzeren randen.

Onze tocht naar de Shwesandaw Paya (pagode), nadat we zijn ingecheckt in Myat Lodging House, trekt veel bekijks. Mensen weten gewoon niet hoe ze het hebben, als ze ons voorbij zien komen. Verschrikt kijken ze eerst, dan verbaasd en dan breekt er een enorme glimlach door en wordt er  uitbundig gezwaaid. Het is een bijzondere ervaring om ergens te zijn waar mensen het toerisme niet kennen en oprecht belangstelling tonen. Bij de pagode raken we 'aan de praat' met een tandeloos oud vrouwtje en haar schoondochter. Een man vertaalt het één en ander en de oudere vrouw heeft alleen maar complimenten voor Mascha. "Je haar is zo mooi" en ze wijst naar haar schoondochter die dezelfde kleur probeert te bereiken door haar haar te bleken. Het vrouwtje houdt Mascha stevig vast en blijft maar tegen haar aanpraten en zeggen  'I love you'. Een heel verschil met andere landen waar je in een conversatie met lokale bevolking al snel strandt op "buy buy" wat wij dan afkappen met "bye bye".


We zouden nog wel uren kunnen genieten van de zonsondergang op de pagode, maar onze maagjes rammelen ondertussen behoorlijk. We eten heerlijke vers gebakken cashewnoten, noodles met garnalen en groenten. Het is allemaal vrij basic, maar je hoeft in Birma dan ook geen 'haute cuisine' te verwachten. Voldaan duiken we ons bed in, weer een inspannend dagje achter de rug!

Vandaag is het een brommerdag. Eerst wilden we naar een oude tempelcomplex (Thayekhittaya),  maar ook hier blijken de inkomsten weer geïnvesteerd te worden in het pensioenfonds van de generaals. En daar zij nog niet met pensioen lijken te willen gaan, besluiten we dit geld maar beter te besteden. In plaats van de ruïnes, rijden we door het prachtige boerenlandschap waarbij de weg wordt geflankeerd door bomen; heerlijk koel. Onderweg zien we ontelbaar veel pagode's schitteren in het zonlicht. Ook geweldig om te zien zijn de ossenkarren met een hele lading hooi erop. De mensen op de fiets of brommer kijken allemaal op en verdraaien bijna hun nek als ze ons voorbij zien rijden.  Overal een glimlach of een hand die zwaait. 'Hello, hello you'. Er is bijna niemand die niet uitbundig reageert als ze ons voorbij zien tuffen. Het is onbeschrijflijk hoe welkom je hier bent. Nu ik het opschrijf zit ik bijna weer met tranen in mijn
ogen.

We rijden 16 kilometer om de brilboeddha te zien (ja, dat is heel bijzonder) en we proberen daarna eens ergens wat te gaan eten. Dat gaat niet makkelijk, want straattentjes lijken er genoeg, maar overal wordt er slechts thee of koffie geserveerd. We wijzen op ons maag en mond en dan komen we toch ergens uit waar we wat kunnen bestellen. De menukaart is deels in het Engels en de noodles en groenten smaken prima.

Vrolijk tuffen we verder totdat we langs de kant van de weg een jonge vrouw zien zitten met haar kindjes. We trappen de rem van de brommer in en vragen haar of we een foto mogen maken. Dit eindigt in een uitnodiging om in haar hutje te komen en even lekker te 'kletsen'. Helemaal geweldig, geen woord Engels maar met de Lonely Planet woordenlijst kunnen we toch wat woordjes uitwisselen. Ze vindt het
prachtig, lult de oren van ons kop en geeft Mascha dikke omhelzingen. We geven de kinderen onze snoepvoorraad. Als dank laat het jongetje trots zijn gewonde duif zien, die hij in een kooitje houdt. Dit soort ervaringen maken het reizen heerlijk. Spontaan en verrast worden. Later zijn we ook nog getuige van een hanengevecht waar mannen gokken en worden we weggestuurd bij een klooster, tja, het kan niet altijd
feest zijn.

's Avonds is het eten minder, vissaus die gemaakt lijkt te zijn van rotte ingewanden van vissen. Maar de witte rijst en boontjes smaken prima. Eenzijdig dat wel, maar who cares. Buiten het restaurant worden we omringd door wat kleine meisjes die in koor "What's your name" gillen .We geven ze aandacht en een high five. In het internetcafé sturen we nog een Sinterklaas gedicht naar mijn familie en dan is het mooi geweest. Morgen begint de tocht naar Magwe. Iedereen heeft ons gewaarschuwd voor de slechte weg. Heel heel slecht zelfs.  Beter maar uitgerust aan beginnen!

1 opmerking:

ans zei

He lieffies,

wat kan je gecharmeerd raken van anderen mensen, mooi om te lezen..mooi geschreven ook voelde de ontroering wel..

wonderlijk die budha met een bril...moest er wel om lachen.

hoop dat de reis goed verloopt.

creatieve groet en heel veel knuffels van Ansie