woensdag 2 december 2009

Warm ontvangst in Birma

Dag 398 en 399, 1 en 2 december 2009, Yangon (hoofdstad van Birma)

De reisgids zegt dat je je mobiele telefoon moet registeren als je aankomt op het vliegveld van Yangon, maar we kunnen zo doorlopen. Ook checken ze ons fototoestel en laptop niet. De paspoortcontrole verloopt soepel en er staat al iemand op ons te wachten met een bord van Motherland Inn in zijn hand. Ik had nog snel vanaf het vliegveld in Bangkok online een reservering gemaakt en bij dit hotel krijg je een gratis pick up vanaf het vliegveld. Dat is nog eens lekker aankomen in een nieuw land. We krijgen een heel erg warm ontvangst. Het personeel is zo aardig. Ze lachen, zijn geïnteresseerd, maken een praatje met je. Heerlijk!

Wel gek dat we bij het inchecken ook de naam van onze vader en moeder moeten opschrijven. Ik begrijp niet zo waar dit goed voor is.

Ons doel van vandaag is onze prachtige schone dollars om te wisselen voor vuile kyat. De officiële koers van de overheid levert je 450 kyat op voor 1 dollar. De zwarte markt levert je ongeveer 950 op voor één dollar. Dat wisselen kan op straat, maar dan kun je genept worden. Het kan ook in winkeltjes (vooral juweliers) en bij hotels. Ons hotel biedt 940 kyat, dus we gaan kijken of we ergens anders een betere opbrengst krijgen. In een groot, luxe hotel bieden ze 950, dus we gaan er voor. Als we bij de receptie vragen of het kan worden we onmiddellijk een kamertje ingestuurd, waar we dan zogenaamd gaan internetten. Niet veel later komt de receptionist terug. Met echt een enorme stapel kyats. We tellen de boel na, maar dat is nog een hele klus. Het past nauwelijks in onze zakken! Achter gesloten deuren een geldtransactie doen heeft wel wat hahaha.

Even later op straat worden we aangesproken door een man wiens vader uit India komt en z'n moeder uit Birma. Hij loopt een tijdje met ons mee, vertelt wat over de stad en dan ineens heb ik door dat 'ie met zijn mobiel mijn borsten aan het filmen is. Serieus! Als ik het Edwin vertel, heeft de man door dat wij het door hebben en weg is 'ie. Hmm.

Op de markt vinden we een juwelier die 990 kyat biedt en wij wisselen daar nog eens 400 dollars. Nu puilen onze zakken helemaal uit. Wij zijn wandelende BRINK-transporten geworden. Het grootste biljet dat ze kennen in dit land is 1000 kyat, dus ongeveer 1 dollar. Je hebt nu wel door hoeveel biljetten we bij ons dragen.

In Birma lopen vrouwen in lange rokken. Dat is op zich niet bijzonder. Veel bijzonderder is dat mannen ook in rokken lopen, zogenaamde longyi's. Met een overhemd er boven en zwarte vilten slippers er onder geven ze een mooi straatbeeld. Sowieso is het straatbeeld interessant. De mix van mensen is uiterst divers. Boeddhistische Barma mensen, Chinezen moslims, hindus. Ronde lichtbruine gezichten, donkere hoekige gezichten. Een multiculturele natie doordat Birma grenst aan India, Bangladesh, China, Laos en Thailand. En dat alles tegen een achtergrond van statige gebouwen uit de tijd dat de Engelsen hier heersten. En uiteraard heel veel betonnen flatgebouwen die van ellende bijna uit elkaar vallen. Op straat moet je wel veel naar de grond kijken. Ik heb nog nog zulke krakkemikkige stoepen gezien. Soms met gaten van een halve meter.

We nemen een drankje bij een pizzarestaurant en vragen ons af of dit nu een zaak is die door de regering wordt gerund. Op veel plekken gaat geld direct de zakken in van de generaals. We willen ons geld zo veel mogelijk lokaal besteden, zodat het echt bij de mensen terecht komt. Hotels zijn vaak in handen van de regering, net als het openbaar vervoer en veel toeristische attracties. Dit is het grootste probleem van het land. Het moet nog uitwijzen of het ons lukt zoveel mogelijk dit probleem te omzeilen.

Het verkeer in de stad van 6 miljoen (net zo groot als Bangkok) is erg kalm. En het valt me op dat er geen fietsers rijden en ook geen brommers. Na maanden van reizen in landen waar het lijkt of er alleen maar brommers zijn, is dit wel erg apart. Als ik het navraag blijkt dat de regering fietsen en brommers in de stad heeft verboden. Lopen of met de dure bus is dus de enige optie. Vroeger was een buskaartje 5 kyat. Van de een op de andere dag besloot de regering de prijs te verhogen naar 100 kyat. Onmogelijk voor de arme bevolking om dit elke dag te betalen, dus dat verklaart waarom zo veel mensen lopen.

In het midden van het centrum staat de Sule Paya pagode. Het ligt er prachtig bij in het avondzonnetje. We raken aan de praat met twee monniken. Eentje probeert me te versieren, dus ik twijfel of het een echte monnik is. Hmm, we ontmoeten wel bijzondere mannen in dit land. De volgende dag gaan we naar Shwedagon Paya. Dit tempelcomplex met de enorme gouden pagode (ja, Lock, we zijn op pagodejacht hahahha) is het meest heilige voor Boeddhisten in Birma. Iedereen probeert het in ieder geval één keer in zijn of haar leven te bezoeken. Het complex is gigantisch groot, heeft veel goud, staat vol met boeddhabeelden, stupa's. Het is eigenlijk niet in beeld of woord te vatten hoe indrukwekkend het is.

Morgen nemen we de bus naar Pyay, naar het noorden. Dit stuk weg schijnt nog goed te zijn, daana wordt het heel wat slechter Kom maar op, wij zijn klaar voor.

>> we kunnen helaas geen foto's plaatsen bij ons blog. Het feit dat we uberhaupt een blog kunnen plaatsen is al heel wat, via allerlei sites apart inloggen en zo uiteindelijk buiten het zicht van de overheid toch iets plaatsen.. wij zijn er al heel blij mee!!!!!!

3 opmerkingen:

Floor zei

Lieve Mascha en Edwin,
Wauw, echt tof dat jullie toch kunnen internetten vanuit Birma. Ik was al zo benieuwd naar de verhalen! Misschien lukken die foto's later nog wel. In ieder geval veel plezier, ik hou jullie blog in de gaten!
groetjes, Floor

Martine zei

Wow! Wat een verhalen weer. Blijkbaar kun je na een jaar reizen nog steeds versteld staan van wat er om je heen gebeurt. Ik kijk weer uit naar jullie volgende blogje!

Dikke kus uit Den Haag.

Ans zei

Geweldig lees me gek...hahahahah geniet er nog steeds van.

liefs van Ans