Okee, verliefd zijn op dit land is makkelijk. De mensen maken het een geweldige bestemming. Maar (oh jee, is er is een 'maar'???) bereid je wel voor op soms ietwat ..hoe zal ik het zeggen.. ietwat andere omstandigheden. De wegen zijn verschrikkelijk slecht. Vol gaten, stenen en heel erg stoffig. En als de wegen wel een beetje okay zijn, dan zijn de bussen weer van het soort dat bijna uit elkaar valt. De meeste bussen zijn Chinese afdankertjes. Mensen vervoeren is bijzaak, de bussen transporteren voornamelijk dozen, zakken, kisten en tassen. Daartussen worden dan mensen gestopt en 'vol is niet vol'. Er kan dus nog altijd iemand bij, of op het dak of bij mij op schoot.
Onze bestemming is vandaag terug naar Mandalay, maar het is niet ons einddoel. We proberen in één keer door te reizen naar Thazi. Dat we lekker vroeg vertrokken zijn, maakt ons alleen maar hoopvoller dat we de aansluiting gaan maken. Maar Birma zal Birma niet zijn als er wel weer iets onze plannen in de war schopt. In het plaatsje Pyin U Lwin, dat op twee uur rijden van Mandalay ligt, is een militaire school en vandaag krijgen de verse soldaten hun diploma. En omdat daar de generaals bij aanwezig zijn, is het dorp tijdelijk gesloten. Oponthoud van één uur voor ons. Eindelijk in Mandalay komen we aan op een ander busstation dan verwacht en moeten we dus snel een taxi regelen naar het andere busstation.
Birma zal Birma niet zijn als er eerst nog even een familie naar huis wordt gereden. Oponthoud van één uur voor ons. En we hebben nog steeds niets gegeten! De vrouw in de taxi (zo'n gekke blauwe, waarvan we eerder nog riepen dat we daar nooit in zouden gaan, zie blog 'Goud en Chapati's in Mandalay) geeft ons gelukkig een appel.
De bus naar Thazi kunnen we pas pakken in Meiktila, dus daar eerst dan maar heen. We worden omringd door een stuk of twintig jonge mannen die allemaal heel druk bezig zijn om met elkaar schreeuwend te bepalen waar wij in het busje moeten zitten en wat we daar dan voor moeten betalen. 'Five thousand' roepen ze en we krijgen een plek waar we niet eens passen met onze benen. Achter de chauffeur op een soort verhoging, waardoor de benen in een onaangename knik vast komen te zitten, maar goed, het moet maar. Edwin krijgt de prijs naar beneden tot 3500 kyat. Na nog geen vijf minuten rijden, slapen allebei mijn benen en branden mijn billen van de ongelukkige houding op het schuimrubberen kippenleer van de gescheurde zitting. Mijn buurman's dij drukt in mijn dij, de vrouw voor me leunt tegen mijn knie en de man achter me staart onafgebroken naar mijn decolleté. Kortom, ik heb echt een VIPplekje.
De rit is drie uur – we hebben er al acht uur opzitten – en Thazi is een onhaalbare zaak geworden als we in de schemer Meiktila bereiken. Achter op een brommertje, die tot drie keer toe snoeihard in de ankers moet om te voorkomen dat we tegen een vrachtwagen opbotsen, bereiken we het hotel. Vervolgens betalen we daar maar liefst 20 dollar voor een cel waar de beetlenutfluimen tegen de muur zitten en de elektriciteit (dus het licht) om de haverklap uitvalt. De douche is koud, het matras slap en het kussen keihard, maar ik val als een blok in slaap. Etappe één zit er op.
Etappe twee gaat van Meiktila naar Thazi en vanaf daar naar Nyaungshwe (Inle Lake). Na een ontbijt van flubberig ei en taai zoet witbrood worden we om half 7 in de ochtendkou op de brommer naar de bus gebracht. Alle hoop die ik had op een echte bus is al snel vervlogen. Een oud gaar geval staat zwarte uitlaasgassen uit te spugen. Het dak zit al vol en ook in de bus is nog maar weinig plek. Ik bemachtig een plekje naast de chauffeur. Hoe hij door de ruit kan kijken is mijn een raadsel, want ik tel meer dan 29 barsten en scheuren in het glas. Edwin zit een paar stoelen achter me in een woest gevecht tussen zijn lange stelten, wat zakken rijst en een gigantische tractormotor. Oh, en oma, want die moet ook nog mee. Deze rit duurt acht uur (!) en gaat niet door een vlak landschap, maar door ontelbare bochten in de bergen over een weg die vooral weg is. Het smalle strookje asfalt betekent dat tegemoetkomend verkeer pas op het laatste moment uitwijkt. Heel spannend als je voorin zit zonder veiligheidsgordel en door de barsten in het glas overbeladen bussen en vrachtwagens recht op je af ziet komen.
Maar goed, om een lang verhaal kort te maken; we zijn in Nyaungshwe aangekomen, natuurlijk, en we zijn niet van plan de komende dagen ook nog maar één bus van dichtbij te bekijken. Het plekje waar we nu zijn is te bijzonder en we gaan daar even flink van genieten. Oh, en sorry, van deze twee dagen zijn helemaal geen foto's. Ik kreeg mijn arm niet in een zodanige positie gevouwen dat ik bij mijn camera kon in de bus en Meiktila hebben we alleen maar in het donker gezien. Je moet het dus even doen met je eigen fantasie! Ter inspiratie twee busfoto's van eerder.
1 opmerking:
OOOO als ik het lees krijg ik er nu al de zenuwen van, jeetje wat moet je daar goed tegen kunnen.
Petje af voor jullie hoor, je zou zeggen ja het moet maar toch vind ik het wonderlijk dat je je zo goed kan houden...
Wat een verhaal weer, hoop dat alles wat beter word en dat jullie snel een goede slaap plaats vinden...en op de juiste bestemming aankomen...
Doe de groetjes aan je familie, Mascha, want die zijn er nu toch of ben ik te vroeg...
liefs van Ans en Har
Een reactie posten