Op het vliegveld van Jakarta steekt boven al die zwartharige koppies het blonde hoofd van Larissa uit. Eindelijk zie ik mijn zussie weer. Knuffel, kussies!! Ze is een beetje duf van de lange vlucht, maar toch moet ze nog vier uurtje in het busje naar Bandung.
Bandung is een stad van 2,4 miljoen inwoners en heeft nog art-decogebouwen. We logeren in het oude 'kantor pos' (postkantoor) dat is omgetoverd tot een hotel. Reizen met vijf personen is niet echt handig, want Larissa moet nu op een matras op de grond liggen bij ons op de kamer. Ik vind het niet erg, want ze heeft een föhn bij zich hahahaha. En een tas met tijdschriften én een zakje stroopwafels.
In de vroege ochtend nemen we de lift naar de top van de toren van de grote moskee en hebben een weids uitzicht over de stad. In 1955 werd in Bandung de Azië-Afrika conferentie gehouden, een aanzet tot het loskomen van de koloniale landen. Er is een museum over, met uitleg en relikwieën uit die tijd. Lunchen doen we boven op de berg met uitzicht op de stad. We zitten op rieten matten en, hoewel de 'keuken' anders doet vermoeden, eten we heerlijk Sundanees met veel sambal.
's Middags moeten we aan de bak. Met angklung, van bamboe gemaakte schudinstrumenten. De show bestaat uit Javaanse zang en dans, wajangpoppen én dus onze muzikale medewerking. En het valt nog niet eens mee op het teken van de orkestleider het bamboerekje op het juiste moment te schudden. Met rode wangen van de inspanning produceert het publiek toch heel harmonieus een paar liedjes. Dansend, aan de hand van kleine kinderen, sluiten we de show.
De volgende dag gaan we naar Kawa putih, een kratermeer met turkoois water. Omdat de mist steeds blijft binnenrollen ontstaat een heel mooi mysterieus sfeertje. En het stinkt!!! Zwaveldampen dringen onze longen binnen. We moeten er van hoesten en met een sjaal voor de neus lopen we het meer rond. Dat de grond hier vruchtbaar is door al die vulkanische grond bewijzen de enorme aardbeienbedden en theeplantages in de nabije omgeving. In een theefabriek die ook levert aan bijvoorbeeld Lipton en Pickwick krijgen we uitleg over het proces 'from wet to dry'. Nooit geweten dat er aan een theezakje zo veel werk vooraf gaat.
Nog even iets heel anders waar ik geen weet van had. Natuurlijk wist ik wel dat Nederland heel lang de dienst uitmaakte in Indonesië, maar dat er nog zoveel 'Nederlandse' woorden te vinden zijn... Ik heb er een aantal verzameld die we onderweg tegenkwamen;
– handuk – kulkas – knalpot – wastafel – wortel – gordijn – spanduk | – stroom – klappertaart – meubel – rekening – asbak – maag |
En dan staat er in de supermarkt gewoon een blikje met 'Chocoladehagelslag De smulpaapjes', er ligt speculaas en er is een Holland bakery met roomsoes. Maar wat vooral leuk is is dat zoveel mensen (okay, vaak wat oudere mensen) heel mooi en duidelijk articulerend Nederlands praten.
Morgen hebben we een lange dag voor de boeg én we krijgen een nieuwe chauffeur. Teddy, de broer van Jantje, heeft een andere klus en gaat ons verlaten en dan krijgen we Piet. Met Jantje gaat het trouwens de goede kant op. Hij mag over drie of vier dagen naar huis.
We sluiten Bandung af met (alwéér) lekker eten. De koude biertjes moeten we er maar zelf bij verzinnen, want die zijn in islamitisch Indonesie niet altijd verkrijgbaar. Nemen we toch gewoon wedang jahe (gemberthee met kaneel).
1 opmerking:
O wat een geweldig verhaal, echt leuk hoor anklung spelen, ik kan het ook en heb het al een aantal keer gedaan, klopt het valt niet mee he om op tijd geluid te produceren, hahahhh echt super..
Tja de thee die je noemt is ontzettend lekker, drink het nooit meer maar moet er toch maar weeer eens aan.....brengt oude herinneringen met zich mee.
knuffels aan je ouders en zus en veel kusjes voor jou en Ed
Een reactie posten