donderdag 7 januari 2010

Een natte broek in Pangandaran

Dag 434 en 435, 6 en 7 januari 2010, Pangandaran

Hier een bericht van gastredacteuren Arie en Joke.

Onze nieuwe chauffeur Piet is niet meer zo nieuw, want hij is 71 jaar oud en hij heeft nog maar 2 tanden in zijn bovengebit. Maar hij is aandoenlijk lief, spreekt en verstaat goed Nederlands en heeft 35 jaar ervaring als touringcar chauffeur. Eerst brengt hij ons naar Candi Cangkuang. Hier staat op een eilandje in een meer één van de oudste Hindoetempels van Java. Volgens de overlevering is vanuit hier – hoe ironisch – het Islamitische geloof over Indonesië verspreid. We hebben hier een vrij jonge gids die met een stok loopt. Hij spreekt goed Nederlands, omdat hij gids was op rondreizen van Djoser en Baobab. Maar nadat hij van het dak van zijn huis is gevallen probeert hij nu hinkend nog wat bij te verdienen. Na een vulkaanuitbarsting is een deel van het meer door de lava dichtgeslibd en is er een heel vruchtbare grond ontstaan. Maar die grond is zo moerassig dat de werkers en werksters tot aan hun borst in de modder staan te zwoegen. De regering is van plan de lava af te graven om het meer weer in zijn oude staat te brengen. Maar dan raken de rijsttelers hun bron van inkomsten kwijt.

Kampung Nagaa is onze volgende stop. Een traditioneel Sundanees dorp met 314 inwoners, alleen te bereiken door 360 treden af te dalen naar de rivier. (moet je later ook weer omhoog). De kampong heeft geen elektriciteit en vanwege de treden ook geen gemotoriseerd vervoer. Alles in nog zo'n beetje zoals het vroeger was. Jongens slapen vanaf hun 12e in de moskee en cassave wordt nog steeds gestampt met een houten paal in een grote vijzel. In de woning van onze gids kregen we een beeld van het wonen en leven in zo'n huis.

Pangandaran, onze eindbestemming, is een badplaats die in 2006 getroffen werd door een tsunami, waarbij 600 doden vielen. Heel veel hotels zijn herbouwd en meteen gemoderniseerd. Als je bij iemand achter op zijn brommer stapt, omdat hij wel een goed hotel voor je weet, dan krijgt de brommerchauffeur per aangebrachte klant 15.000 Rp. Dit wordt geregeld en gecontroleerd door een goed georganiseerde maffia-achtige instelling.

Vanuit Pangandaran kun je de Green Canyon bezoeken. Een tocht in een gemotoriseerde kano met zijdrijvers over een groene rivier met links en rechts oerwoud, die eindigt bij een grot waarin gezwommen kan worden. Het is jammer dat je maar een klein kwartiertje de tijd krijgt om je op de rotsen te verkleden, een duik te nemen, omhoog te klimmen, je af te drogen en weer te verkleden. Want als je langer wegblijft, rekenen de bootjongens een wachttarief dat meer kost dan de hele boottrip. Dus maar niet zwemmen. Het strand een paar kilometer verder nodigde door het grote aantal moslims niet echt uit om in je bikini of degelijk zwempak te flaneren. Je wordt toch bekeken, net zoals wij met verbazing kijken naar moslimvrouwen die geheel gekleed met hoofddoek op de zee in gaan. Maar gelukkig zijn er ook nog stukken strand waar niemand is en daar hebben we ons als kleine kinderen kunnen uitleven in de hoge en warme golven van de Indische Oceaan.

's Avonds gaan we lekker eten op de Fish Market, een groot plein met alleen maar visrestaurantjes, waar je zelf de vis mag uitzoeken, per kilo betaalt en dan wordt het op een super lekkere manier voor je gebakken of gegrild. Heerlijk, tot nu toe hebben we alleen nog maar lekker gegeten in Indonesië! Jammer dat het er de laatste paar dagen bij Joke weer vloeiend uitkomt. Na een maand Thailand en een maand Maleisië zonder problemen, moet ze toch het onderspit delven. We hopen met zijn allen, dat de diarree-remmers snel hun werk gaan doen.

1 opmerking:

Marie-José zei

Fijn om die zonnige foto's en warme verhalen weer te lezen! Hier blijft het maar koud, vannacht weer gesneeuwd!
Geniet er nog even van... het is een wijs besluit geweest tot het voorjaar weg te blijven ;-)
DIkke kus MJ