maandag 23 november 2015

Sri Lanka, tuk tuk Madam?!

Land nummer 63, here I come!
Sri Lanka, dat pukkeltje in de Indische Oceaan ten zuiden van India. Op mijn vorige reis naar Cuba kon ik me door omstandigheden totaal niet voorbereiden, nu was ik heel goed voorbereid. Gewapend met reisgidsen plozen mijn reismattie Lonneke en ik uit wáár we dan zouden gaan surfen, zonnen, cultureel doen etc. Enige onduidelijke was de regen. Sri Lanka is de ene helft van het jaar regenachtig aan de ene kant en de andere helft van het jaar aan de andere kant. Vraag me maar even niet welke kant het nou was. In ieder geval; wij gingen  precies ten tijde van die overgangsfase. Dus we besloten ter plekke dan te kijken of het regende of niet....
Natte hond
Bij aankomst in Colombo rijden we in het ochtendgloren direct door naar Negombo. En het regent. Best hard. En het is heet. Heel heet! We laten ons niet uit het veld slaan en lopen op onze slippers naar het strand. Slecht idee! Daar waait het ook nog eens heel hard en lijkt het in de verste verte niet op de exotische foto's uit de reisgids. We balen, zeker als we de weervoorspellingen checken. Het regent OVERAL in Sri Lanka. De komende anderhalve week. Dan maar het beste ervan maken. We regelen voor morgen alvast een taxi naar Polonnaruwa en Sigirya Rock.
Dat klinkt makkelijker dan dat het is, omdat wij het gevoel hebben dat we heel veel teveel moeten betalen en gaan dus keihard de onderhandeling in. Op het scherpst van de snede strijden wij om onze roepies. En hij ook. Uiteindelijk komen we toch nog ietwat bedrogen uit. Okay, we krijgen de rit voor 8500 roepies, zoals wij wilden, (de Lonely Planet heeft het over 12.000). Maar je had onze gezichten moeten zien toen de volgende ochtend de chauffeur kwam voorrijden. "Passen wij daar in", roep ik verschrikt, “Dit is een soort Playmobiel autootje!" "Deze auto ruikt naar natte hond," kermt Lonneke. De achterbank is vochtig (sorry, madam, forgot to close window last night). Goedkoop is duurkoop hahaha. Maar hij brengt ons in vier uur veilig naar de boeddhistische overblijfselen van Polonnaruwa. Hier liggen 15 meter lange Boeddha’s, enorme stupas, een uitgebreid complex aan oude tempels, kloosters, Hoewel we er wat gehaast doorheen schieten, is het echt heel mooi om te zien. En daarna rijdt de chauffeur ons nog naar Siqiriya, dat was bij de prijs inbegrepen J


We will rock you
Ons hotel in Sigirya wordt beheerd door de look alike van Freddy Mercury, en hij is zo ontzettend dienstbaar. Op het enge af. Met buiginkjes, big smiles, een zijige stem. Maar wel lief. De volgende ochtend beklimmen we de rock die hier als een vreemde bonk ineens in het vlakke landschap ligt, Sigirya Rock, ook wel Lions Rock genoemd. Tegen alle adviezen in gaan wij niet heel vroeg (want nog koel), maar sjokken we pas tegen tienen die kant op. Jammer dat in Sri Lanka de toeristische attracties buitensporig duur zijn geworden, net als deze. Maar we hebben besloten; we-gaan-die rots-beklimmen. De zon schijnt, de lucht is blauw. Dit kunnen wij! Nou ben ik al niet zo’n berggeitje, maar dit is op sommige punten echt best eng. IJzeren traptreetjes, die steile rotswand. Ik probeer maar niet teveel te denken aan hoe onstevig dit gebouwd kan zijn. En dan de beloning als we eindelijk na 2 uur boven zijn; een geweldig uitzicht...en een korte regenbui. Die trouwens niet verkoelend werkt. Nu moeten we ook weer terug, wat ik veel enger vind, want de treetjes zijn nat. Met de bibbers in de benen kom ik beneden. De rest van de dag gaan we in de chill stand, beetje rusten, wandelen, eten. Het is tenslotte vakantie.
1 + 1 = 3
Een dag later brengt de tuk tuk ons in een uurtje naar Dambulla. Blijf toch grappig die kleine wagentjes waar wij net aan inpassen, en dan moeten onze grote rugzakken er ook nog bij. De wind door onze haren, overal glimlachende mensen. Palmbomen, zo veel groen, het is een mooi gebied hier. Hij zet ons af bij de grotten met de meer dan 150 Boeddha beelden. Met de spierpijn in onze kuiten van de klim van gisteren beginnen we (weer met blauwe lucht) aan de wandeling omhoog. Halverwege moeten de slippers uit. Op warme stenen verder, zwetend. De beelden zijn in een grot verstopt en het ziet er fascinerend uit. Ik blijf het bijzonder vinden dat vaak  op de meest onmogelijke plaatsen de Boeddha wordt ‘vereerd’. Eenmaal beneden stikt het op het parkeerterrein van toeristenbusjes en private drivers. Ons plan was om hier de gewone lokale bus te pakken naar Kandy, maar als ik al die busjes zie, krijg ik het idee om te gaan liften. Lonneke vindt het een twijfelachtige actie, maar ik probeer het gewoon.
De eerste chauffeurs zeggen allemaal nee. "Sorry Madam, for my clients only" Logisch, maar toch jammer. Ik probeer  het bij wegrijdende busjes, steek mijn duim op. En wat denk je? Een busje met een chauffeur en een meisje erin stopt. Ik vraag of ze naar Kandy gaan en dat blijkt zo te zijn. We mogen mee! Het meisje is Frans, reist alleen met haar chauffeur Andrew een weekje door Sri Lanka. Het klikt enorm goed met deze Française. De rit naar Kandy duurt een kleine 3 uur, onderweg stoppen we om verse kokosnoot te drinken en foto’s te maken. En we besluiten met haar mee te gaan naar het hotel dat zij al heeft geboekt in Kandy, omdat we het zo gezellig hebben met z’n drietjes. In Kandy gaan we direct door naar Tempel van de Tand, met de zogenaamde tand van Boeddha. Een paar keer per dag zijn hier ceremonies en komen er honderden mensen bijeen. Maar niet als wij er zijn, waardoor we op ons gemak de tempel kunnen bekijken. En eerlijk gezegd ben ik niet zo onder de indruk. Ik heb, denk ik, al te veel boeddhistische tempel en stupas etc. gezien (in Tibet, Thailand, Nepal), die ik indrukwekkender vond. Hier komt het wat kitscherig over. Wat ook jammer is dat ik de tip van Lock en Janneke over sokken meenemen nu pas herinner. Het is niet normaal hoe kokend heet de stenen zijn waar we met onze blote voeten over heen moeten lopen!  's Avonds gaan we naar de markt. Alle drie moeten we ook echt wat hebben, dus we lopen redelijk doelgericht rond. We kunnen natuurlijk niet ongemerkt de markt over. Drie Westerse dames, dat trekt wel de aandacht en iedereen wil ons wat verkopen. Met onze neuzen dicht schieten we heel snel langs het ‘vlees’deel van de markt. In afvalbakken liggen de afgekloven koppen van ..ja, wat was het eigenlijk..koeien? Brrr. Snel naar het fruitdeel. Lonneke en Geraldine scoren nog mooi textiel bij de stoffenverkopers.


Theetrein
De Française wil graag Adams Peak beklimmen, maar wij zijn wel even klaar met klimmen en nemen de volgende ochtend de trein naar Ella. We spreken af haar daar over twee dagen weer te zien. De treinreis is 6 uur lang prachtig. In de 2e klasse zitten vooral backpackers. Derde klasse vonden we iets te ‘local’ en in de 1e klas zitten de ‘georganiseerde reizigers’, in de airco, maar waar de ramen niet open kunnen. Wij kunnen uit het raam hangen om prachtige foto’s te maken van het
groene landschap en zelf de deur naar buiten op het balkon is open en ook daar kunnen we eruit hangen. We rijden in het bergachtige deel van Sri Lanka en zien vooral heel veel theestruiken. Hilariteit alom als een Duitser na 4,5 uur vraagt: Excuses me, but is this tea? Ja, lieve schat daar kijken we al een tijdje tegenaan en is ook de reden waarom deze trein vol zit met toeristen, omdat het zo’n mooi ritje is door de theeplantages! Tegen de tijd dat we in Ella aankomen is het donker en regent het verschrikkelijk hard. De bekende chaos op het station met ‘mannetjes’ en tuk tuks komt ons tegemoet. Maar wij zijn niet over te halen en weten dat er een hotel vlakbij het station is. Wij gaan lopen… Ons wordt een weggetje gewezen, steil naar beneden, een geitenpaadje, meer is het niet. In het donker dus en in de zeikregen glibberen we op onze slippertjes het paadje af, bijschijnend met het licht van de telefoon, en elkaar heel goed vasthoudend. We voelen ons enorm avontuurlijk hahaha. Het hotel is niet 1,2,3, te vinden en we bellen, als twee verzopen katjes, aan bij het eerste de beste dat we wel tegenkomen. Gelukkig, er is plek. En we kunnen zelfs nog wat te eten krijgen. Heerlijk rice and curry! 

Later op de avond wordt het droog en gaan we op onderzoek uit in het dorpje Ella. Dit ziet er uit als backpackers paradise. Heel veel restaurantjes, winkeltjes, en zo belanden we al snel in de leukste kroeg van Ella. Pina colada please! Op een gegeven moment begint het barpersoneel de boel achter ons af te sluiten en blijven we met een klein groepje achter in het voorste deel van de bar. De barmannen vertrekken zelfs en laten ons achter. Dat kan hier blijkbaar. Grappig detail dat dan pas blijkt dat we allemaal uit Nederland komen.
Pauwenoverdosis
Okay, Adams Peak beklimmen vonden we iets te veel van het goede, maar hier in Ella kun je Little Adams Peak beklimmen. Een tripje van twee uurtjes omhoog. Dat kunnen we wel aan. Een prachtig uitzicht is onze beloning. Die kuitjes van mij worden nog eens echt gespierd zo! Eenmaal beneden lopen we nog door naar een theefabriek. Het is leuk te zien hoe ze de thee maken (drogen, wringen, nog een keer drogen, filteren op grootte), maar het meisje dat ons rondleidt heeft er niet veel zin in, spreekt slecht Engels en wil ons vooral thee verkopen. 's Avonds arriveert ‘onze petite’ Frans vriendinnetje ook in Ella. Uiteraard nemen we haar mee naar de leuke kroeg van gisterenavond..
Omdat het nog steeds zo goed klikt, reizen we de dag erna verder met haar en haar chauffeur, richting het Udawalawe National Park.
Na de lunch bestijgen we de grote Jeep waarmee we op safari gaan. Niks netjes zitten op de stoelen met een gordel om (zoals we andere, hele brave, toeristen zien doen), wij staan als echt rangers op de stoelen zodat we goed de dieren in het landschap kunnen spotten. Hotsend en schuddend rijden we door het National Park, op zoek naar olifanten. Zoals wel vaker op dit soort safari’s wordt er bij elk vogeltje gestopt en moeten we van de ranger ernaar kijken. Ook stikt het hier van de pauwen. De eerste 4 zijn nog leuk, daarna worden we pauwmoe. En worden er zelfs erg melig van. De peacock grappen vliegen door de lucht. Gelukkig zien we ook olifanten. Echt avontuurlijk wordt het als we met de wagen vast komen te zitten in een moeras, Mijn eerste reactie: ik ga NIET duwen. Er zitten hier 'kokodrillo's'! Gelukkig is de chauffeur handig en komen we uiteidenlijk met veel kabaal los. Pfieuw! 
De dag erna rijden we naar de kust, naar Unawatuna. De Française heeft hier ook al een hotel geboekt en wij delen weer de kamer. Het is een prachtig locatie, op 2 minuten lopen van het strand. We besluiten na de lunch eerst het dorpje te verkennen. Hier zijn ze berekend op toeristen en er zijn talloze winkeltjes die inspireren om ons geld uit te geven aan souvenirtjes. Het is duidelijk nog maar het begin van het drukke seizoen, want afdingen lukt hier voor geen meter.


Met veel moeite praten we er een paar centen vanaf, maar meer zit er echt niet in. Van deze verhitte discussies moeten we echt afkoelen, een duik in de Indische Oceaan helpt dan zeker (een beetje eigenlijk maar, het water is heel warm). Het is de laatste avond van de Française en we sluiten in stijl af met een diner op het strand en een wild stapavondje in Unawatuna. De details besparen we de lezer, maar in de kern kwam het neer op biertjes drinken, dansjes dansen en hele intelligente gesprekken voeren met andere reizigers J.
Nu echt vakantie

Lonneke en ik zeggen de volgende dag onze lieve vriendin Geraldine gedag en gaan nu ook in de chill stand. We hebben een hoop gedaan de afgelopen dagen en hier aan het strand kan de vakantie echt beginnen. Ligbedje, beetje zwemmen. Af en toe een regenbui incasseren. Maar het gaat toch weer kriebelen en we regelen een dag later een tuk tuk naar Galle. In dit stadje zijn veel overblijfselen van de Nederlandse periode in Sri Lanka. Een Dutch fort, Dutch hospital, een ingenieus watersysteem, Nederlandse straatnamen, een kerkhof met Nederlandse namen. Bovendien is dit fortgebied ook nog eens heel goed bewaard gebleven en we vermaken ons hier een paar uurtjes prima. 

Unawatuna en vooral het hotel beginnen ons uiteindelijk te vervelen (of eigenlijk irriteren), dus we besluiten een stuk terug langs de kust te gaan, daar waar gesurft kan worden. We vinden een heel tof hotel aan zee, in Weligama, met boardverhuur, de beste golven voor de deur, een mooi strand met strandstoelen voor mij en een hele relaxte surfscene. Binnen de kortste tijd hebben we leuke nieuwe mensen ontmoet, met wie we het nachtleven van Mirissa, een dorp verderop, ontdekken. Deze plek heeft het ultieme vakantiegevoel. En terwijl Lonneke zich uitslooft als surfchickie, ga ik naar een ayurvedische massage, doe ik een kookcursus en kijk ik naar surfende mensen. Geen straf he.


We belanden nog een avond op een Indiaas bruiloftsfeest met veel champagne en rode wijn, we dansen met lokalen en andere surfers op een wild strandfeestje en willen eigenlijk niet meer weg hier. Dus als de dag aanbreekt dat we terug moeten naar het vliegveld, zitten we tot de laatste minuut met onze voeten in het zand. Een taxi brengt ons in een kleine drie uur naar Colombo en dan is het voorbij. Is Sri Lanka een aanrader? Jazeker, als je een relaxte, afwisselende reis wilt maken. Het is overzichtelijk, er is goede infrastructuur, het weer is heerlijk, fantastisch eten, het is schoon en duizend maal minder chaotisch dan India. Wij hadden niet heel veel tijd (16 dagen), dus hebben maar een deel van het land gezien. Maar wat we hebben gezien, heeft ons zeker ‘gepleased’. Het leuke reisgezelschap van Lonneke heeft daar zeker aan bijgedragen. Thanks lieve Lon voor het lachen!

Geen opmerkingen: