vrijdag 9 oktober 2009

Hué, geschiedenis en brommeren

Dag 343, 345, 346 – 7, 8 en 9 oktober 2009, Hué

Ons reistempo ligt behoorlijk hoog, dus het wordt tijd dat we even rustig aan gaan doen. Ha! Nou, dat kun je wel willen, maar als er zo veel leuke dingen te doen zijn, komt daar weer niets van terecht. Geeft niet, we rusten wel uit als we... eh.. ooit.

Hué is een stad waar de keizers hebben gewoond en dat is goed terug te zien in de vele tempels, graftombes, paleizen en pagodes. We storten ons op de citadel, een ommuurde nederzetting uit 1804. Op het eerste oog lijkt het niet zo mooi, maar als we verder lopen komen we nog wel wat mooie plekjes tegen. Op de terugweg naar het hotel besluiten we langs de markt te gaan. We hebben een hilarische ontmoeting met wat vrouwtjes die tassen verkopen en helemaal in de war raken van de tongpiercings van Gerben en Edwin en het uitgieren als ze de tepelpiercing zien van Edwin. (Ja, daar heeft Edwin geen moeite mee hoor, ahum). Hoe oud zijn we? Hoe lang bij elkaar? Ze willen alles weten en gaan ook graag op de foto met ons.

Niet veel later maken we het tegenovergestelde mee. We bestellen soep bij een eettentje. Ze zegt dat het 10.000 dong kost. Als we moeten afrekenen is het ineens 20.000 dong. Hé, dat hebben we niet afgesproken. Het vrouwtje vindt van wel en begint hysterisch te krijsen. Het loopt uit de hand en in 'no-time' staan er tientallen mensen om ons heen. Wij houden ons rustig en weten niet echt wat te doen. Dan zie ik iemand zijn telefoon gebruiken en niet veel later staan er twee politiemannen. Maar die weten zich ook geen raad met de situatie. We hebben een impasse. Het vrouwtje en haar buurvrouw bij wie we cola hebben gekocht blijven gillen en onze armen vastpakken. Het soepvrouwtje begint nu zelfs te huilen van frustratie. Het gaat ons niet om die 10.000 dong, maar om het feit dat je wordt afgezet als toerist. En zij weet dat ze fout zit, want de omstanders keren zich nu ook tegen haar. We verstaan er natuurlijk niets van, maar de wijzende vingers, de boze blikken en een hoop geschreeuw en gedoe bewijzen dat er echt sprake is van oplichting. We waren hiervoor al gewaarschuwd. Na bijna een half uur van heen en weer geschreeuw en onhandige pogingen van de politie om de boel te sussen, blazen we met veel moeite toch de aftocht. De menigte om ons heen wordt via een megafoon gevraagd uiteen te gaan. Jeemig, dit was best heftig. We praten er nog lang over na terwijl we een pagode bezoeken en weer kalmeren bij het gezang van een monnik. Ons karma is weer gezuiverd...of werkt dat niet zo?

Lekker kontje, lekker ding, tot ziens, neuken in de keuken”, zegt Tuu. We zitten in Xuan Trang restaurant lekker te eten en krijgen gezelschap van een Vietnamese brommergids. Hij heeft een schriftje vol met aanbevelingen van vorige reizigers. We doen het. Morgen gaan we met hem een brommertrip maken over het platteland. Zo kom je nooit aan je rust toe......

Het is nog vroeg als ik achterop stap bij Tuu en met Edwin en Gerben op een eigen brommers (met Janneke achterop bij Gerben) de stad uitrijden. Het is wel even andere koek het rijden hier. We meldden al eerder dat er geen verkeersregels zijn in Vietnam. Dat is op zich niet erg, zolang je niet zelf rijdt. Maar als je dan op een kwetsbaar brommertje het verkeer op je áf ziet komen en vanaf links en rechts !!! Poeh!

Al snel zijn we uit de stad en rijden we door rijstvelden, kleine dorpjes, langs een rivier, naar de lokale markt. Joh, das helemaal niet raar een dooie eend, of varkenspootjes. In het dorpje is ook een 'museum' waar een 76 jarige vrouwtje met rooie tanden van het 'beetle nut' kauwen met veel overgave ons demonstreert hoe de rijst wordt verbouwd en vis wordt gevangen. Wat een wijffie! Ze was volgens mij vroeger actrice. We tuffen verder over het platteland naar een klooster waar zowel monniken als nonnen wonen. Er klinkt gezang, chanten genoemd, waarbij er gebeden wordt en op muziekinstrumenten worden gespeeld. Het geeft een heel serene sfeer. Edwin maakt opnames van de gezangen, ik denk om er later nog eens bij te mediteren. We sjeesen door naar een berg vol dennenbomen. Vanaf hier hebben we prachtig uitzicht over de rivier. Om ons heen staan ook een handvol betonnen bunkers, gemaakt door de Amerikanen. In deze regio is woest gevochten. We zijn ook niet ver van de DMZ, de Demilitarized Zone.

De mijnen zijn gelukkig opgeruimd en we kunnen veilig (wat is veilig als je achterop zit op een brommertje in je korte broek en een wazig helmpje?) hier rondlopen. Tot slot bekijken we nog een graftombe van een keizer en de beroemdste pagode van Vietnam. En hoe ze wierook maken en de bekende Vietnamese kegelvormige hoeden. Die we uiteraard niet kopen, want dat is zo onhandig meenemen. Het was een geweldige dag!

Nu snel douchen en tas inpakken en dan nemen we (weer) een nachttrein. Deze keer zijn we slim en regelen we zelf de kaartjes bij het station. Scheelt een bom duiten. En we hebben een flesje wodka bij ons. Volgens Lock en Janneke slaap je dan beter. En zij kunnen het weten. Ze hebben de Trans Siberië express ooit gedaan. Spreken jullie morgen weer als we in Hanoi zijn, de hoofdstad van Vietnam.

Alle foto's van Hué: http://www.flickr.com/

1 opmerking:

Marie-José zei

Brommertjes zijn nog wel enigszins veilig?! Gaan jullie niet in een luchtballon? Vanmorgen op het Nieuws... NL groep neergestort in CHina na ontploffing op 200 km hoogte... Moest aan Ruub denken, die zat ook in zo'n ding in Egypt. NIET doen dusssssss.

Ben weer even bij, wat hadden jullie veel te melden ;-)) kusssmj