vrijdag 20 oktober 2017

Zeven redenen om naar Jordanië te gaan

“Typical Jordan engineering! Welcome to my country!”  Deze woorden spreekt de eigenaar van het hotel uit als wij ons ’s avonds melden bij de receptie. We moeten er van bijkomen; onze rit in de huurauto in het stikdonker van het vliegveld naar de stad Madaba. We vonden het spannend, vooral omdat er ontzettend veel onverwachte hoge snelheidsheuvels op de weg liggen die je echt niet zag aankomen, er tot twee keer toe iemand achteruit reed op de ‘snelweg’ en er een hond overstak. Of was het toch een babykameel. Had gekund, want de volgende dag zien we dat we in een grote rotsige zandbak zijn beland. Welcome to Jordan!

Het eten


De eerste reden om naar Jordanië te gaan; het eten. Onze kennismaking met de Jordanese keuken begint goed, want in Haret Jdoudna restaurant staat er wijn op de kaart. Eigen wijn, dus in Jordanië geproduceerd en hij is nog best lekker ook! En we bestellen teveel overheerlijke gerechten, waarvan we niet kunnen ophouden met eten; hummus, baba ganoush, fattoush, falafel, het verse brood met za’tarkruiden, baklava. En het houdt de rest van de week ook niet op. Kun je 6 kilo aankomen in zes dagen…..?

Cultureel en historische bezienswaardigheden

We rijden via Mount Nebo naar de Dode Zee. Mount Nebo is de plek waar Mozes, volgens de Bijbel (Deuteronomium 34:1), voor hij stierf op de leeftijd van 120 jaar, uitkeek over het Beloofde Land, nadat hij zijn volk veertig jaar lang door de wildernis had geleid.

Ik ben niet gelovig, maar voel wel de enorme historische waarde van het gebied. Op berg Nebo kijken we in de verte uit op Jericho, Hebron, Jeruzalem. Daar ligt ook een deel van onze cultuur. Reden nummer twee dus; cultureel en historische bezienswaardigheden.

Drijvend zwemmen

De Dode Zee is het laagste punt ter wereld, zo’n 395 meter onder zeeniveau. We hebben geen zin om voor veel geld in een duur hotel te verblijven, dus gaan we naar een public beach. Je kunt namelijk niet zomaar overal de Dode Zee in plonsen, want de kustlijn is rotsachtig en steil. En dus bijna onmogelijk om in het water te komen. Bij de hotels, en die paar public beaches zijn strandjes gemaakt en zoetwaterdouches. Het drijven en dobberen in het extreem zoute water is echt heel leuk én heel raar. Je kunt zelfs op de buik dobberen! Na 20 minuten begint de huid te kriebelen en moeten we echt zoet water in; de douche en het zwembad.

Petra
We rijden diezelfde dag door naar Petra. De afstanden zijn niet heel groot in Jordanië en in de namiddag komen we aan. Ik hoopte nog ‘Petra by night’ te kunnen doen, maar dat is niet vandaag, dus we gaan (weer) lekker uiteten en zorgen dat we topfit zijn voor morgen.
Het is te doen, Petra in één dag, maar reken wel op een lange, zware dag. Al vroeg lopen we naar dit wereldwonder. Het duurt even voordat je er écht bent, na de toegangskassa is het eerst een vlak stuk lopen. Je kunt dit ook per paardje doen, het aanbod is enorm. Iemand vertelde dat er voorheen zo’n 5000 bezoekers per dag kwamen, nu zo’n 1000. Dat is vanwege de onrust in de regio, waar Jordanië ook last van heeft.

Dan na 25 minuten doemt de smalle kloof op met de reusachtig hoge wanden in de rode kleuren. Hij is 1,5 km lang en tot 200 m diep en op de smalste plaats slechts 2 m breed. Aan het einde van de kloof is daar dan de Schatkamer. Deze ken je vast wel van de foto’s. Het is indrukwekkend en bijzonder en bizar tegelijk. Na dit wonder kun je de rest van de dag ‘los’ in het gehele gebied van Petra, met nog talloze andere overblijfselen van deze stad, zoals het theater, graftomben, offerplaatsen etc.
Wij gaan naar het Klooster, bovenop een berg, wat een pittige klim is, maar wat ook waanzinnige plaatjes oplevert. Lang leve de selfiestick. Onderweg worden we aangemoedigd door lokale verkopers die water of sinaasappelsap verkopen: “Take a break, take a Kitkat”. Voor het donker wordt verlaten we Petra en strompelen we terug naar ons hotel. Wat een dag!

Rode Zee
Marnix heeft goede ervaringen met snorkelen in de Rode Zee, aan de Egyptische kant, dus we gaan voor een snorkeltripje in Akaba, helemaal in het zuiden. Misschien is het omdat we net uit één van de zeven  Wereldwonderen  komen, maar Akaba is ons iets te druk en toeristisch. Het snorkelen valt ook tegen, ik heb mooier koraal gezien en het water is ook een beetje fris, maar het is wel weer een toffe ervaring. De bootjongens, 5  stuks, verzorgen ons (4 toeristen) heel goed met lekker eten en zelfs dansjes en liedjes. Dat wij ook mee moeten dansen, vind ik dan weer wel heel leuk, maar Marnix schikt zich snel in de rol van fotograaf
J.

Woestijn Wadi Rum
Chillen op het strand is  er niet bij, want we worden de volgende dag om half 10 verwacht in het dorpje Wadi Rum. Daar laten we de huurauto staan en stappen we voor twee dagen in een open jeep, de woestijn in. We hebben dit geregeld via Rum Stars Camp. Dit is het gedeelte van de vakantie waar ik het meeste naar heb uitgekeken. En ze stelt niet teleur; de warme rode, oranje en gele kleuren, de extreme rotsformaties, de dramatische zonsondergang, de overvloedige sterrenhemel ’s avonds in het kamp (met vallende ster), het brengt mij echt terug op aarde en het geeft me een besef van nietigheid als klein mensje in deze surrealistische ruimte.  Hier voel ik me ook zo ver van Nederland en alles wat wij kennen aan stress en drukte. En als we aan een bedoeïen vragen wat hij zou doen als hij verdwaalde, waar hij dan bijvoorbeeld water zou gaan vinden zegt hij doodleuk: “You die here”. Duidelijk.

Er is een mooie route terug naar het noorden en we zijn getipt over een engszins goedkoop luxe hotel aan de Dode Zee voor nog wat chillen en relaxen. Helaas is de prijs inmiddels gigantisch gestegen en gaan we op zoek naar een goedkoper alternatief. Ze zijn hier streng met het meenemen van eigen drinken en eten en de tassen gaan bij de entree door de scanner. De fles wijn die we accijnsvrij in Akaba hebben gekocht laten we dus maar in de auto. Dat zal in de kokende zon wel glühwein worden…We dompelen nog een keer in het extreem zoute water en in het heerlijke zwembad. We hebben tenslotte vakantie hahahah.

Landschap
Onze laatste dag klimmen we naar het Panoramic Complex. Vanaf daar zie je in de verte de Dode Zee liggen en is er een klein museum. We nemen haarspeldbochten van zo’n 15% .

Ik hou van dit soort routes; spannend, droog, ruig, rotsig, fotogeniek. Het heeft alles wat we in Nederland niet hebben. In Madaba zijn we nog net op tijd om de beroemde 6de-eeuwsevloermozaïek, die een kaart van Palestina voorstelt met de Dode Zee en een deel van de Nijldelta, te bekijken. En dan valt al weer vroeg de avond. We doen nog laatste inkopen, vooral veel za’tarkruiden en anijsthee, slapen even kort en vliegen op een onchristelijk tijdstip uit dit 1001-nacht sprookje.
Graag voeg ik nog een achtste reden toe om naar Jordanië te gaan; de vrolijke, open en vriendelijke mensen die je welkom heten, lachen en de sfeer van onze reis met 1001% hebben verhoogd! Shukran!

Geen opmerkingen: