dinsdag 14 augustus 2018

Het kan in Kirgizie (en Kazachstan) deel 1

- Wat zeg je: Kirgiziëstan?
Nee, Kirgizstan. Het land wordt ook wel Kirgizië genoemd. Of Kyrgyzstan
- Geen idee waar dat ligt, bij Georgië in de buurt? (Wie is de Mol-kijkers?)
Nee, veel verder in Centraal Azië, dus bij de andere – stan landen zoals Oezbekistan en Turkmenistan
- Oh okay…*verwarde blik* En wát kan daar dan?
Nou, gewoon zelf rondreizen! In een 4x4.
- Maar is dat dan niet gevaarlijk? En waar slaap je dan?
Dat zien we wel als we er zijn…

Feiten zijn: een jong land, want sinds 1991 officieel geen onderdeel meer van de USSR. Ingesloten door China, Kazachstan, Oezbekistan en Tadzjikistan. De helft (!) van het land ligt boven 3000 meter, 93% is berg, het is vijf keer groter dan Nederland en er wonen 6 miljoen mensen. En er gebeurt niet zo veel… Tenminste, zo op het oog. Want we hebben er 3 weken doorheen gereisd en het was één groot avontuur.

Voorbereiding? Lonely Planet Central Asia, de Bradt Kyrgyzstan, een grote papieren wegenkaart van Gizimaps. Maar ook een Russisch woordenboekje, een Point it, een extra telefoon voor een Kirgizische simkaart, een satelliettelefoon, gedownloade Google Maps offline kaarten. Een EHBO doos.
Het weer? Omdat we een auto hebben gehuurd, neem ik royaal spullen mee in mijn rugzak. Warme kleren, koude kleren, van muts tot bikini. Slippers en bergschoenen. In de hoofdstad Bishkek is het bloedheet. Later op hoogte is het een keer 3 graden. Sneeuw en strand op één dag, het kan in Kirgizstan.

Dag 1 en 2; Bishkek, de hoofdstad. Logeren in een Airbnb, een appartement op de 8e etage in het centrum
We zijn er! De uren wachten in Moskou zijn weer snel vergeten. Tijd om op ontdekking te gaan, geld te wisselen en sightseeing. Een bezoek aan de Osh Bazaar is echt een must, maar we zijn gewaarschuwd. Het stikt ervan de zakkenrollers en de ‘politie’ wil steeds je ID checken. Het is ook oogsttijd, dat betekent struikelen over de watermeloenen. Maar ook abrikozen, frambozen; emmers vol. Kirgizstan is ook een broodland. Ronde broden, altijd wit, in enorme stapels met blozende Kirgizische vrouwen achter de kramen. We hebben geluk; we worden niet gerold en geen fake police die ons lastig valt. We eten ’s avonds onze eerste Kirgizische en zelfs vegetarische noodles; laghman. Engels spreken ze niet hier, dus Google Translate voorkomt dat we stiekem toch schaap krijgen. Vanuit ons appartement kijken we uit op besneeuwde bergtoppen. We doen groots inkopen in de supermarkt op de hoek, nu het nog kan.
Dag 3 – Bishkek – Toktogul – 272 km. 6,5 uur (snelheid 41 km per uur gemiddeld). Logeren in een homestay Rahat Guesthouse
De auto die we hebben gehuurd via Travelland en nu gaan ophalen is een gigantische 4x4 Toyota Sequoia. Even wennen, het is een automaat, maar ook wennen aan de rijstijl van de Kirgiezen. Inhalen vlak langs je, geen richting aangeven, gewoon stoppen en wegrijden zonder te kijken; dat werk. Oh, ja en ‘minor detail’: we kunnen niets lezen hier, want het Cyrillische schrift is voor ons abracadabra. Gelukkig rijdt Marnix als eerste, de held! Eenmaal de stad uit en richting onze eerste bergen, wordt het al snel erg ‘chill’. De omgeving is nu al indrukwekkend. De eerste hoge pas over, de weidsheid, de hoogte, en dan zien we een knalgeel camperbusje met een knalgeel kenteken; Nederlanders! Ik schat ze ruim in de 70, en ze vertellen dat ze uit Nederland via o.a. Kazachstan hier heen zijn gereden. En wij maar denken dat wij iets heel stoers aan het doen zijn!
De weg is bijzonder, want we zien kuddes paarden, schapen, een herder, eindeloze vlaktes, bergen, de eerste yurts, blauwe meertjes. En nog iets wat nu al grappig is, elk bord dat aangeeft dat er een steile weg volgt, zegt dat het percentage 12% is. De hele vakantie blijven we deze 12% borden zien. Zeker kwantumkorting gekregen? In Toktogul logeren we bij Rahat guesthouse waar oma met behulp van de vertaal app op haar telefoon ons wegwijs maakt. We lopen nog even naar de bazar en eten in een restaurantje waar we met heel veel moeite iets kunnen bestellen, omdat wij de kaart niet kunnen lezen en de serveerster ons niet snapt. We krijgen toch een minuscuul visje en sla (en brood uiteraard). Oh ja, en het is 35 graden….

Dag 4  - Toktogul – Arslanbob – 310 km  - 5 uur (62 km per uur gemiddeld) . Slapen in een homestay bij Ibragim en zijn familie via CBT (Community Based Tourism).
“Welkom in Oezbekizstan” zegt mijn telefoon. We zijn er niet echt, maar schuren zo dicht langs de grens, dat we het buurland bijna kunnen aanraken. Deze tocht vandaag is niet zo heel spannend, want de weg is redelijk goed naar Arslanbob. Het wordt wel uitdagend ín dit kleine bergdorpje. Het paadje naar het huis van Ibragim is zo steil, dat we voor het eerst de 4x4 inzetten. Met zweet op de rug manoeuvreert Marnix ons naar deze CBT-homestay bij de oud-leraar Duits en zijn vrouw en kinderen en kleinkinderen. We lummelen wat in het dorp, koelen ons bier in de wilde rivier en eten bij Ibragim fantastische dumplings. Voor de tweede keer slapen we in twee aparte bedden. We schuiven ze maar naar elkaar toe. De haan schijnt in een donker hok gestopt te zijn, om hem te foppen en ons niet om 05:30 wakker te kraaien. Het harde bed van planken en dekens bevordert onze nachtrust niet.

Dag 5 – Arslanbob – een wandeldagje
Ibragim tekent op een papiertje de route naar de grote waterval. Het kan niet missen zegt hij, als je de bergen maar aan je rechterkant houdt. Maar na 5 minuten lopen snappen we het al niet meer en vragen we de weg aan zijn dorpsgenoten. Het pad gaat langs en soms door riviertjes met ijskoud water. Charmant steek ik deze over. Het is heet en we hebben uiteraard weer te weinig drinkwater meegenomen. Maar lang leve de Kirgiezen, want een familie in een oude Lada haalt ons in en even later zitten zij te picknicken en ontkomen wij er niet aan met hen te eten en te drinken. Eten in de vorm van watermeloenen. Wat een timing!! Met de jonge vrouw uit de familie ben ik in no-time Insta vrienden. Ze blijven foto’s maken van ons, lachen zich rot om/met ons en gaan dan over op de wodka! Weigeren is geen optie. Met de vier oude mannetjes van halverwege de zestig jaar uit de familie doen we de laatste supersteile klim naar de waterval omhoog. De vrouwen blijven beneden. Handig dat ik een Russische naam heb die de Kirgiezen makkelijk kunnen onthouden. “Mascha, Mascha go go!!” Met veel lawaai jutten ze me op naar boven. Als een tomaat zo rood kom ik aan op de top. Eén van de mannetjes, de met die korte pootjes en gouden tanden, slooft zich uit door ineens push-ups te doen! Zonder shirt aan.

Dag 6 – Arslanbob – Kazarman – 228 km - 6:15 u. Slapen in een homestay via CBT
De weg staat bekend als een extreme uitdaging, dus we twijfelen of we ‘m gaan nemen. Hij is maar een paar maanden per jaar open, je hebt persé een 4x4 nodig, er zijn talloze haarspeldbochten, afgronden, er kunnen wegverschuivingen plaatsvinden, je gaat de Kaldama Pass over van meer dan 3000 meter. En je komt er geen hond tegen. Ibragim zegt: you have strong car. Dus we gaan. En ja, het is een avontuurlijke rit. Stalen zenuwen heb je hier wel nodig. De weg is slecht, maar we houden ons goed en verbazen ons over de variatie in het landschap. Hoe leg je uit dat een compleet leeg gebied waar bijna niemand woont, toch zo veel indruk maakt. En als er al iemand woont in een yurt, vraag je je af waarom in godsnaam hier je yurtje neerzetten, want ‘hier is toch helemaal niets’. 
We komen geen restaurantjes tegen, geen tankstations, niets. Lunch hebben we meegenomen, en langs de kant van de weg smeer ik het ronde brood met (van uit NL meegebrachte) sambal en wat lokale kaas. Na uren hobbelen komt Kazarman in zicht, in de winter volledig afgesloten.
Kazarman is een dorp van niets, maar we gebruiken het ook echt alleen maar als tussenstop. In de homestay wordt uitgebreid voor ons gekookt, we liggen weer in twee aparte bedden. De wc is een hokje buiten. Er is ook een Deens gezin te logeren. Pap, mam en een 11-jarige jongen. Zij zijn komen fietsen uit Denemarken. Ik herhaal, zij zijn komen fietsen uit Denemarken! Ze kamperen meestal langs de kant van de weg. Respect, want met de auto hier reizen is al pittig.

Dag 7 - Kazarman – Song-Kul-lake – 166 km 3 uur – Slapen in een yurt in een yurt kamp
Het Song Kulmeer ligt lekker hoog, op 3016 meter. De weg ernaar toe is natuurlijk weer eentje voor in de boeken. Een adres hebben we niet, maar rondom het enorme meer liggen verschillende yurt kampjes voor toeristen. Het kan niet missen, er is maar één weg. Onze eerste yurtovernachting! Voor Marnix is het een nieuwe ervaring. Het  bed is duidelijk niet gemaakt voor zijn lange benen. Op de grond ligt een kleedje dat veel te klein is om de koude grasgrond helemaal te bedekken. We schuiven de bedden weer tegen elkaar aan en vragen extra dekens. Want we zijn op hoogte en het kon wel eens ijzig worden. Bij het meer is net een soort demonstratie gaande van Kirgizische sport/spellen;  polo ter paard met een geitenkop als bal (of was het nou schaap). Het ziet er luguber uit. Ook touwtrekken is blijkbaar populair hier. De jongens en mannen op de paarden zien er mooi uit, robuuste koppen, met verweerde wangen van het klimaat. Het levert mooie plaatjes op.

Het meer nodigt ook uit om te mijmeren en de weidsheid van de omgeving te aanschouwen. De zonsondergang maakt het idyllische beeld compleet, zeker als er nog een enorme kudde schapen terugkomt naar ‘stal’. Er wordt voor ons gekookt, ondertussen stookt iemand in onze yurt het kacheltje op. De wc is een stuk verderop, een gat in de grond met wat planken, de badkamer is ook buiten, een houten paal met een bakje met een spiegel en wat druppels water om tanden te poetsen. Hier zijn doet ons beseffen hoe zwaar het leven is als je hier echt woont. Met niets in de omgeving, alleen de dieren, de yurt, de wind, en altijd die slechte wegen. En dan moet de winter nog beginnen….En ja, de nacht was koud, het bed keihard (planken met wat lappen) en om 05:25 moest ik plassen, dus naar buiten…een prachtige zonsopgang als  beloning.

Dag 8 - Song Kul – Naryn, 144 km - slapen in homestay via CBT
Geen lang rit vandaag, maar wel duizelingwekkend. Wij rijden hier onze persoonlijk record haarspeldbochten! Tientallen bochten achter elkaar een diep dal in. Ik blijf me erover verwonderen, dit landschap, en de mensen die er kunnen leven. Dan is daar Naryn, een stadje in het grote niets op 2000 meter. We melden ons bij het CBT om te vragen naar een slaapplaats. Een medewerker rijdt met ons mee om te weg te wijzen. We worden naar een oud communistische flatje gebracht waar een omaatje open doet. Ze heeft een appartementje leeg naast haar waar we kunnen verblijven, met een keukentje en een slaapkamer ..met twee losse bedden. Matrassen op de grond dus. We gaan maar even het stadje verkennen, maar dat is in 2 tellen wel gebeurd. Er is wel een supermarkt en we scharrelen wat eten bij elkaar, want de (enige) plaatselijke snackbar heeft alleen shoarma.

Dag 9 - Naryn – Tash Rabat – 107 km, slapen in een yurt in een yurt camp
Tash Rabat is geen dorpje, althans, niet meer. Hier was vroegere een karavanserai en de overblijfselen daarvan zijn nu een toeristische attractie. Verwacht nu niet gelijk drommen met mensen, het blijft natuurlijk Kirgizië. We bezichtigen de ruïnes van wat ooit tijdens de glorietijden van de Zijderoute handel een opslag-en beschermingsfort vormde voor de reizende handelaren. Een groep van zo’n 15 familieleden slaat iets buiten de ruïnes een picknick op en nieuwsgierig lopen we langs hen. We worden uitgenodigd mee te eten en krijgen eerste rang aan het enorme picknickkleed. Oude mensen zitten hier eerste rij, hoe jonger hoe later je mag eten (en je dus alleen de restjes krijgt). Het in stukken gehakte schaap is nog over van gisteren, van het offerfeest. Ik krijg maar met moeite uitgelegd dat we geen vlees eten en kauw wat op een broodje. Het gesprek loopt niet zo soepel, want we delen geen gemeenschappelijk taal, maar er wordt wel keihard gelachen. Als de oudste man richting Marnix naar zijn keel wijst en er op klopt, weet ik hoe laat het is; hij moet mee gaan drinken. Ze zijn moslim, maar dit is het overblijfsel en slechte invloed van de Russische tijd. Hij wordt mee gesleept naar hun auto waar ‘ie uit vieze borrelglaasje heerlijke wodka mag drinken.
Nadat we afscheid hebben genomen, maken we een wandeling door het rivierdal en komen uiteraard weer niemand tegen. Terug in het yurt kampje voetballen we nog met de twee zonen, maar óf het ligt aan onze leeftijd, óf aan de hoogte, maar we hijgen als twee oude steppe-merries.

Dag 10 - Tash Rabat – Naryn, via de Chinese grens, de Torugart Pass, slapen in zelfde homestay
Terug naar Naryn via dezelfde weg zou logisch zijn, maar.... wij kiezen ervoor een uitgebreide omweg te nemen die ons bijna China in leidt en waar Google Maps het spoor compleet bijster is. De weg naar de befaamde Torugart Pass richting de Chinese grens staat vol met vrachtverkeer. Wij willen China echt niet in, maar het weggetje lángs de grens vinden we pas na heel veel zoeken. Vervolgens rijden we dik twee uur langs prikkeldraad, drie rijen dik. Ook hier komt de 4x4 weer van pas, want de weg is eigenlijk een droge rivierbedding die je soms wel ziet en soms niet. We rijden dus op gevoel, en dat is best spannend, want we komen niemand tegen! Heel soms in de verste verte een yurt en met wat geluk een groepje paarden, maar verder is het compleet leeg. Op een gegeven moment beginnen we ‘m wel een beetje te knijpen, want rijden we eigenlijk wel goed? We kunnen ons niet oriënteren op de omgeving, op bergkammen of de stand van zon (een scouting-verleden zou nu wel handig zijn geweest). En zit er niets anders op dan te blijven rijden waar wij denken dat de weg is. Er lijkt geen einde aan te komen, en als we dan eindelijk, na nog meer bochten, hobbels, stenen, modder en verre uitzichten eindelijk weer in de buurt van Naryn komen zijn we vooral toch wel trots dat we dit rondje extra toch maar weer geflikt hebben.

Dag 11 - Naryn - Tamga (Issuk Kul Lake) 
Ook vandaag hebben we weer de keuze, een onmogelijk pas met zware beproevingen, of toch maar buiten om en wat relaxter rijden. Marnix wil de moeilijke weg, ik de makkelijkere. Het wordt het laatste. Het is tenslotte ook vakantie. Maar denk nou niet dat het nu ineens geen gehobbel meer is, het blijft wel Kirgizië We laten na een tijdje de bergen achter ons en rijden naar beneden, naar het grote Issik Kul meer en dan is daar het strand. En het lijkt echt op een kustlijn, met zand en mensen die zonnebaden. En heel veel (vergane glorie) hotels. We moeten maar liefst 20 cent betalen voor het parkeren aan twee parkeerwachters van een jaar of zes. Logeren doen we in Tamga, bij Tamga Guesthouse. We willen eigenlijk nog de bergen in, en de eigenaresse vertel in haar beste Russisch dat we daar echt prachtige uitzichten gaan zien, maar als we onderweg zijn regent het zo hard en de weg is zo steil, dat we alleen de waterval van Barskoon beklimmen en dan omkeren. Morgen weer een dag. We slapen als roosjes in onze twee aparte bedden na een heerlijk diner in het guesthouse.
WORDT VERVOLGD!

Geen opmerkingen: