zondag 26 juli 2009

Longhouse logeren in Rumah Bundong

Dag 269 en 270, 25 en 26 juli 2009, Rumah Bundong Longhouse (Kapit)

Veel mensen noemen ons avonturiers. Nou, dat avontuur komt je niet altijd zo maar aanwaaien! Daar moet je wel wat voor doen, doen doen! (klinkt als een Veronica jingle uit de jaren '80). Maar wat ik schrijf is wel echt waar, zoals wel blijkt uit ons verhaal van vandaag. In Borneo, en vooral in het zuidelijke deel Sarawak bestaan longhouses. Enorme houten huizen op palen waar wel 60 families onder één dak wonen. En dat wilden wij wel eens van dichtbij zien. “Nou”, zegt de jongen van het toeristenbureau in Sibu, “dat is heel makkelijk, want dan neem je de boot naar Kapit en dan een minibusje naar Rumah Bundong en dan kun je daar logeren in een longhouse”. Easy does it.

Dus wij staan om half 6 op, nemen om zeven uur de rivierboot door de jungle en komen drie uur later aan in Kapit. En proberen vervolgens dat minibusje te vinden naar Rumah Bundong. “Edwin, daar rijdt er eentje!”, schreeuw ik, want ik zie de naam op de zijkant van het busje staan. Maar te laat, hij is ons voorbij. De volgende dan? Die vraagt ineens 150 ringgit. Huh? Het is toch maar 4 ringgit. Oh, als we het busje voor ons zelf willen hebben. Ja dag, ben gekke henkie niet. Half uur wachten, dan komt de volgende wel weer. Shit, die chauffeur vindt zijn busje te goed om helemaal over de onverharde weg naar Rumah Bundong te rijden. Weer een half uur wachten op de volgende. Die knikt alleen maar ja als 'ie nee bedoelt en nee als 'ie ja bedoelt (typisch Maleis gedrag). En rijdt vervolgens gewoon weg. Huh, wel potverdikkie. Als we het de mensen op straat vragen, lachen ze wel lief, maar geven geen antwoord. En tja, daar worden wij Westerse mensen een beetje frusti van en dan is het niet meer leuk. Maar zoals altijd is er -we zijn nu al bijna twee uur in Kapit- een reddende 'engel' die ons voor 40 ringgit wel wil rijden. Let's go, laat ons avontuur nu maar echt beginnen!

Een longhouse in de hete jungle
En wat een avontuur het is. Ik weet voor het eerst gewoon niet hoe ik moet gaan beschrijven waar wij terecht zijn gekomen. (ja, ik weet die aanvaring met de Indiase love guru gisteren beschrijven was ook geen makkie). Dit is het traditionele leven op Borneo. Het eerste wat we zien is een gammele hangbrug over een rivier, waar wij wiebelend over heen gaan. Vrouwen wassen zichzelf, hun kinderen en de vuile was in die rivier beneden. Wat zie ik nog meer? Kippen, hanen, magere honden met vlooien. Heel veel schreeuwende en spelende kinderen. Mannen die hun visnet repareren. Oude tandeloze mannetjes die op de grond zitten/hangen/liggen. Hun benen, rug, buik, armen én keel vol grote tattoos. Er is geen tafel of stoel te bekennen Jonge vrouwen in sarong met baby's op de arm die de was ophangen. En dat alles in en rondom dat grote houten huis op die hoge palen. Tegen een achtergrond van groen, groen en groen, de dichte jungle van Borneo. “Welkom in Rumah Bundong Longhouse”, zegt de chief tegen ons. Eerst moeten we nog wat afspreken over de kosten, maar voor 100 ringgit per persoon kunnen we bij de chief in huis slapen, krijgen we de maaltijden en morgen vervoer terug naar Kapit.

Wát eten we vandaag?
Binnen in het huis van de chief liggen her en der mensen op de grond te slapen of te suffen. Niemand schenkt aandacht aan ons. Als we wat gaan rondlopen in de longhouse worden we wel aangekeken, maar niemand die wat zegt. En niemand die Engels spreekt. Worden we geacht iets te doen? Moet ik ergens mee helpen? Koken? Vissen? De was doen? Blijkbaar niet, want het enige wat ze doen is een beetje lachen en verlegen kijken. Gelukkig is er één jongen die Engels spreekt en ons wegwijs maakt in het dagelijkse leven in een longhouse. Er gaat een hele nieuwe wereld voor ons open. Die acht schedels die daar voor die deur hangen? Oh, dat zijn de hoofden van de vijand. Gekoppensneld door de opa van de opa van mijn schoonvader. Die kleine houten boten die aan het plafond hangen? Dat zijn de doodskisten van familieleden. Hoe we aan eten komen? Dat halen we uit het bos of de rivier. Ja, wat voor eten is dat dan? Oh, ik ga bijvoorbeeld vanavond vleermuizen vangen en ik heb ook nog wat schildpadden liggen. Kikkers zijn ook lekker en als ik geluk heb, vang ik een lekkere slang. Of een wild varken. Hmmm. Apart. Of we wat rijstwijn willen? Natuurlijk! Onmiddellijk komen er drie blauw getatoeëerde opaatjes bij zitten, die ook gretig onze sigaretten aannemen. Je doet eerst een beetje rijstwijn in je glas, dat gooi je door de spleet op de grond weg om de geesten gunstig te stemmen. Het smaakt niet eens vies, een beetje citroenachtig, maar het is in ieder geval niet sterk. Opa rolt zelf ook nog een sigaret wat lijkt op een houtkrul met een bruin sliertje er in. Het valt me op hoe liefdevol de mensen hier met elkaar omgaan. Opa's zorgen voor de kleine kinderen. Iedereen overlaadt de kleintjes met kusjes en knuffels. Neefjes en nichtjes, buurvrouw, achter-oom, het maakt niet uit, maar men zorgt voor elkaar in deze Iban-gemeenschap.

Oma checkt
Edwin en ik lopen naar de andere rivier, rechts van de longhouse. Lopen is nog niet eens zo makkelijk, want alles is van plankjes gemaakt en niet overal even stevig. En ik voel er weinig voor om er door heen te zakken en een paar meter naar beneden te vallen. Bij één van de huisjes word ik naar binnen gewenkt. Er zitten een aantal vrouwen kralen te rijgen en met grote ogen mij aan te kijken. Ik lach maar wat. De oudste vrouw bevoelt en keurt mijn armen en HOLA, jeetje wat doet ze nu? Zonder blikken of blozen (ik natuurlijk ook niet) bevoelt ze mijn borsten. Stevig genoeg? Of te hangerig? Ik heb geen idee, want haar blik verraadt niets. De andere vrouwen vinden hier niets van, ik bedoel, ze lachen niet, maar vinden het blijkbaar niet meer dan logisch dat er even wordt gecheckt of mijn borsten wel okay zijn. In alle rust word ik geobserveerd.

Etenstijd! Oh jee, het was toch wel duidelijk overgekomen dat we vegetariërs zijn. Gebakken vleermuis? Nee, dat niet. Wel rijst met een spinazieachtigprutje en een vrucht die we niet kennen. De mannen, dat wil zeggen de chief en zijn tattoovader en Edwin eten eerst (en ik omdat ik gast ben, denk ik). Op de grond zittend, met de rechterhand, word het eten naar binnen gewerkt. Later komen de vrouwen. Er is geen woord gewisseld. Niet echt een gezellig dineetje. Plassen, ik moet plassen. Ik heb geen wc gezien, maar de vrouw van de chief wijst me de weg. Voorbij de keuken en de bijkeuken, naar buiten, over dunnen gladde plankjes naar dat hutje recht voor me. Is dit de wc? Ik hoor alleen maar kippen. Maar dat is waar ook, die kippen leven een paar meter onder het huis. Voor wie ongerust is over de toestand van de wc; die is goed. Met een hoge betonnen rand waarvan ik vermoed dat je daar op moet gaan staan. Waar de plas terechtkomt weet ik niet, misschien bij de kip onder me?

Junglerock
Praten gaat dan misschien moeizaam, maar (trek nu een EO-gezicht), muziek vereenigt ieder mensch. Dus Edwin brengt zijn gitaar te voorschijn. En hoewel eerst verlegen, uiteindelijk durven de jongens ook hun kunsten te vertonen. Guns 'n Roses, Scorpions. Het wordt allemaal uit die gare waaibomenhoutgitaar van hun getoverd. En Edwin's gitaar. Oeh, die is wel zo mooi en duur en heel voorzichtig (ja toe maar, niet zo verlegen, het mag) bespelen ze zijn Baby Taylor. Yes, big man, small guitar hahha. Yes, he look like Hulk Hogan hahahha. Het ijs is gebroken. Het wordt een gezellige avond.

Bedtijd, want het is tenslotte al 22:00 uur. Wij slapen in het huis van de chief, boven in de rustiek semivertimmerde zolder, naast rochelende opa en nog een persoon die ik niet eerder heb gezien. Wat is het allejezus heet hier. De zon heeft de hele dag op het zinken dak gestaan en het bed en de klamboe plakken tegen ons aan. Dit leed duurt echter niet lang, want rond half 6 gaan en masse zo'n 30 hanen een wedstrijd 'hard kukelen en kraaien voor gevorderden' met elkaar aan. AAAAHH. Wat is shut up in het Maleis? Om 11 uur worden we teruggebracht naar Kapit. We doden de tussentijd met het observeren van de mensen, te releksen en met het eten van lauwe noodles als ontbijt. Wil je dit avontuur ook? Nou, dan neem je gewoon vanaf Sibu de boot naar Kapit en pak je een minibusje naar Rumah Bundong Longhouse. Laat je avontuur maar beginnen! Maar wees er snel bij, want er zijn plannen om dit 180 jaar oude (!!) longhouse te vervangen voor een betonnen versie.....

Kijk hier voor alle foto's van het longhouse: Flickr album
Ik heb ook wat filmpjes gemaakt en die staan op YouTube.

3 opmerkingen:

arie en joke zei

Dag lieverds,
En dan te bedenken dat wij net in een van de Maleisie gidsen van de familie De Bruijn hebben zitten lezen over longhouses. Maar dat de omstandigehden zo primitief zouden zijn, hadden we ook niet verwacht. Maar wel heel leuk om te lezen.
Wij gaan aan het eind van de week weer terug naar Haastrechtt en jullie natuurlijk nog heel veel fijne reiservaringen.
Kussen
Joke en Arie

Claudia zei

Ik vind het toch weer een hele ervaring, jeetje mina !!!
In die kisten, daar ligt ook gewoon een overleden persoon in of zijn die kisten als voorraad ???

Ik blijf met veel plezier jullie verhalen lezen.

Dikke kus

Claudia

Ans zei

Wat een bijzondere ervaring weer om mee te maken. Super, je schrijft zo boeiend en dat vind ik heel mooi aan jou/jullie.
Mis jullie maar ik weet ook dat jullie een super tijd mee maken...

xxxxxx van jullie vriendinnetje